Hoe handelsgeheimen uitlekken.
Men kan er zich onmogelijk een voorstelling van maken, hoe moeilijk het is handelsgeheimen bewaard te houden, en toch kan men er zich eenigszins een denkbeeld van vormen, als men de listen nagaat, die door concurreerende handelslui te baat genomen worden, om achter die geheimen te komen. Oneerlijke werklieden zijn dikwijls de aanleiding tot den ondergang van hun meester, maar in de meeste gevallen wordt de toevlucht genomen tot list en niet tot omkooping.
Eenige jaren geleden ontdekte een groote Amerikaansche firma een manier om blik te bedrukken, die veel goedkooper was dan die welke men tot nog toe in practijk gebracht had.
Het gevolg hiervan was een enorme daling in den prijs van bedrukt blik, en vele firma's die hun prijzen niet konden verlagen, werden geruïneerd. Bedacht op wraak, trachtten zij de werklieden van den uitvinder om te koopen om hen het geheim mee te deelen, maar hoewel zij hooge prijzen boden, behaalde de eerlijkheid hier de overhand en bleef het geheim bewaard.
Maar op zekeren dag kwamen er in de fabriek drie mannen als politieagenten vermomd, en deze verklaarden, dat een der werklieden tot eene brutale dievenbende behoorde en als zoodanig gestolen goederen in het gebouw smokkelde, dat om die reden doorzocht moest worden.
De eigenaars verzetten zich, maar toen de politieagenten hun bevelschrift lieten zien, was er niets meer aan te doen.
Zij werden dus binnengelaten en onder het zoeken naar de gestolen voorwerpen, namen de vertegenwoordigers der wet eenige ‘kiekjes’ met hun camera's. Na het gebouw geruimen tijd tevergeefs doorzocht te hebben, namen zij met veelvuldige excuses over hun vergissing afscheid, en na verloop van eenigen tijd waren er twee nieuwe firma's die hetzelfde geheime drukmiddel bezigden. Toen eerst ontdekte de uitvinder, hoe hij bij den neus genomen was. De politieagenten waren spionnen, en hun bevelschrift valsch.
Het geheim om margarine te kleuren lekte op zeer eigenaardige manier uit. De uitvinders, twee broeders, richtten een gebouw op, omgeven door een tuin, zoodat de onbescheiden blikken van concurrenten er niet in konden doordringen, terwijl al de margarine, die afgeleverd werd, door hen persoonlijk gekleurd werd.
Op zekeren dag, dat het zeer heet was, zetten zij al de ramen van het gebouw open, maar stelden tevens een bewaker aan, om indringers op eerbiedigen afstand te houden. Maar zij hadden buiten de kunst gerekend, want een concurrent had het geheele kleuringsproces, van uit een naastbijzijnden boom, met een telescope gevolgd, en wendde in 't vervolg het geheim tot zijn eigen voordeel aan.
De kunst om gegoten staal te maken was eertijds slechts bekend aan één man, en diens werklieden, Hartsman genaamd, die zijn zaken dreef in een fabriek bij Artercliffe. Op een buiïgen avond klopte er een havelooze reiziger aan de deur, die een onderkomen zocht voor de sneeuw, wat hem evenwel geweigerd werd. Hij hield aan, en verkreeg ten laatste toestemming om binnen te komen en op den grond te slapen. Maar hij was niet van plan om te gaan slapen, ofschoon hij hield of hij zulks deed, en terwijl de werklieden voortgingen met gegoten staal te maken, keek hij met half gesloten oogen toe. Weinige weken later was het groote geheim van staalgieten publiek eigendom, want de havelooze reiziger was niemand anders dan een welbekend ingenieur.
Een verver te Manchester deed in zijn industrie een belangrijke ontdekking, en nadat hij veel geld aan de proefnemingen besteed had, bouwde hij een groote fabriek en nam een aantal werklieden in zijn dienst. Gedurende eenigen tijd was hij op weg een groot fortuin te maken, want zijn kleurstof overtrof alle anderen en de goederen in zijn fabriek geverfd verwierven een uitstekenden naam.
Maar de eigenaar trouwde en een concurrent, meenende dat de jonge vrouw mogelijk veel invloed op haren echtgenoot zou hebben, bood haar zestig duizend gulden aan als zij het geheim kon ontdekken en het hem meêdeelen. Door het aanbod van zulk een som in verleiding gebracht, trachtte zij achter het geheim te komen en verkocht het, hierdoor den ondergang bewerkende van haar echtgenoot.
Maar er zijn andere handelsgeheimen van evenveel waarde, namelijk die welke betrekking hebben op modellen van kleeren of meubelen en die eveneens aan diefstal blootstaan.
Verleden voorjaar o.a. werd een firma in modeartikelen te Parijs beroofd van modellen, waarmee zij dachten een goed jaar te zullen maken. Bekwame kunstenaars maakten tegen zeer hoog salaris de patronen, en nadat zij gereed waren, moesten zij door een klerk in een ander gebouw in een brandkast in veiligheid gebracht worden, totdat men ze noodig had. Onderweg ontmoette genoemde klerk een vriend, met wien hij in een café aanlandde om wat te gebruiken. De klerk dronk evenwel meer dan goed voor hem was en deed uit eigen beweging de mededeeling, dat hij de teekeningen in zijn zak had, die de ander vroeg te zien. Toen er aan zijn verzoek voldaan werd, werden er van de belangrijkste punten aanteekeningen gemaakt zonder dat zijn vriend het bemerkte, en terwijl de oorspronkelijke teekeningen veilig en wel in de brandkast lagen, vulde de concurrent zijn uitstalkast met kostumes naar deze gemaakt.
Maar er zijn twee belangrijke handelsgeheimen, die het menschelijk vernuft een paar eeuwen geleden ontdekte, die, niettegenstaande het feit, dat er een aantal menschen bij het werk vereischt worden, nog niet zijn uitgelekt. Een daarvan is het fabriceeren van de echte eau-de-cologne door Johann Marie Farina te Keulen, en ook de kunst van het maken van Salviati's Venetiaansch glas is slechts aan twee personen bekend, en wanneer een van beiden sterft, wordt de onschatbare mededeeling aan een ander gedaan, en zoo wordt het geheim goed bewaard.