De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 2(1900)– [tijdschrift] Huisvriend, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende ‘Hebt ge me lief?’ 't Zijn beiden kinderen der zee, Toon en het aardig Jetje, Ze speelden dag aan dag in 't duin, En deelden menig pretje. Doch aan die pretjes kwam een eind, Toen Toontje moest gaan varen, Want vader nam hem met zich mee, Nog nauwlijks dertien jaren. Maar dat verdroot ons Toontje niet. De zee, dat was zijn leven, En gierde of loeide 't om hem heen, Hij kende vrees noch beven. En nu, vijf jaren zijn voorbij, Hij maakte menig reisje; Maar Jet, 't vriendinnetje uit het duin, Noemt hij nog niet zijn meisje. En zet hij nu weer voet aan wal, Dan zal hij het toch wagen, Het Zondagsch pakje aangedaan, En haar ten huw'lijk vragen. ‘Hebt ge me lief?’ zoo zal het dan Van zijne lippen klinken, En 't antwoord - ach, wij zien het reeds Uit hare oogjes blinken. Vorige Volgende