dat de toeschouwers thans de vertooning ‘onder dak’ kunnen bijwonen. In 1890 herinneren wij ons nog onder parapluies verscheidene uren te hebben moeten doorbrengen. In het Passiejaar, zeggen de Oberammergauers, regent het bijna altijd, 't is dus tegen den regen dat men in de eerste plaats de talrijke bezoekers dient te beschermen. Verder geven de reisbureaux, zooals van Cook, Lissone, enz. veel gemakken voor het bespreken van logies en plaatsen; vooruit kan men, in zijn eigen land, eenige weken te voren alles bestellen en regelen geheel volgens zijn eigen belangen van tijd, beurs enz.
De reisboeken en correspondenties in onze voornaamste couranten geven hierover inlichtingen genoeg aan.
Zij, die vroeger in 1880 of '90 de Passiespelen bijwoonden, zullen verscheidene veranderingen zien, vooral wat de keuze der hoofdfiguren betreft.
De wereldberoemde Christus-Mayer - zooals
petros. (thomas rendl.)
de eenvoudige houtsnijder, Josef Mayer, algemeen genoemd werd - heeft wegens vergevorderden leeftijd en zwakke gezondheid zijn groote rol moeten afstaan aan een 25-jarig jonkman, Anton Lang, die echter geheel en al voor zijn zware taak opgewassen schijnt en misschien nog meer dan Mayer zijn uiterlijk in zijn voordeel heeft.
Rosa Lang, over wie het oordeel in '90 zoo verschillend luidde - eenigen vonden haar te coquet, te huilerig, anderen ideaal mooi voor de Moeder Gods, allen echter te jong en meer geschikt voor Mayer's dochter dan voor zijn moeder - is sedert eenige jaren kloosterzuster geworden en vervangen door Anna Flunger, de dochter van den postbode, kleindochter van den Flunger, die in '50 Christus voorstelde, en nicht van de Maria uit het jaar '70, die voor 't minst evengoed als haar voorgangster berekend is voor haar rol.
De oude heer Jacob Heth met zijn prachtigen conventioneelen heiligen Petruskop - want waarom moet juist Petrus met zijn jeugdig vuur en onstuimig karakter altijd als de grijsaard onder zijn mede-apostelen verschijnen? - is nu bijna 80 jaar, maar zou misschien toch nog bij de verkiezing der medespelers den prijs hebben weggedragen als hij toen niet juist ziek was geweest. Niemand dacht dat hij er van op zou komen, maar hij is nu weer sterker en flinker dan ooit; zijn rol was echter aan Thomas Rendl gegeven en de wakkere grijsaard stelt zich tevreden met de nederige taak van een man uit het volk Israëls uit te beelden.
De Johannes, vroeger zoo sympathiek gespeeld door Petrus Rendl, is in geen andere handen overgegaan; ernstig was er sprake van dat de beminde discipel nu zijn Meester zou voorstellen. Ieder was er van overtuigd dat niemand beter dan hij deze reuzentaak op zich kon nemen, maar helaas! Petrus Rendl miste een baard. Alle moeite om hem dezen gelaatstooi te bezorgen bleef onbeloond, want zooals men weet spelen de Oberammergauers hun rollen zonder behulp van kapper en nog minder van blanketter. Hij is dus Johannes gebleven, een beetje ouder en forscher misschien, maar toch nog altijd even naïef en beminnelijk.
Ook burgemeester Lang, de zoo uitnemende Caiphas, heeft voor een ander plaats moeten maken; het griefde hem diep dat hij niet herkozen werd, en toch was dit misschien een bewijs van vriendelijke zorg en oplettendheid, want zwaar was de last die op zijn niet meer jonge schouders rustte. Hij immers was belast met de regeling en uitvoering van het geheele spel, een reusachtige taak, die alle krachten vereischt. Bovendien wist men hem lichamelijk geknakt door ziekte, en geestelijk door het overlijden zijner vrouw; dezer dagen meldden de couranten dan ook, dat hij ten gevolge eener operatie ver van zijn geliefd dorp overleden was en de leiding van het Passiespel niet eens tot het einde heeft kunnen voeren.
Judas is nog dezelfde, een goed acteur, maar misschien ook meer acteur dan een van zijn andere medespelers; in het dagelijksch leven, naar men zegt, een toonbeeld van vroomheid en deugd. Het was noodzakelijk dat men een algemeen geacht man voor de afkeerwekkende rol koos, daar anders de bewoners der streek licht verleid konden worden hun haat van den afgebeelde op den afbeelder over te brengen.
De statige schoone figuur van den koorvoerder, Jacob Rutz, vindt men weer terug aan de spits van zijn koorzangers; alleen de proloog, door hem zoo fraai voorgedragen, heeft hij afgestaan aan Christus-Mayer, die op deze wijze zich nog eens vertoont aan zijn bewonderaars van 10, 20 en 30 jaar geleden.
Maar de voorbereidingen tot het Passiespel zijn geëindigd; sedert den vorigen winter zijn de repetities met ijver voortgezet, nadat de verschillende rollen bij stemming zijn rondgedeeld, hetgeen sommigen blijde verrassing, anderen bittere teleurstelling bezorgde, maar welke gevoelens door allen met een echt christelijken geest van nederigheid of berusting zijn gedragen en zooveel mogelijk verborgen gehouden. Het gebouw is gereed zijn gasten van alle oorden der wereld te bevatten - de vertooning kan beginnen.
Reeds in de vroegte worden de kanonschoten, die de uitvoering aankondigen, meermalen door de bergen en rotsen weergalmd; dan toeteren de trompetten en roffelen de trommen; de muziek, voorafgegaan door de brandweer, in uniform, trekt eerst door het dorp vóórdat zij zich naar het feestgebouw begeeft.
(Slot volgt.)