ginsel, dat nog tegenwoordig door de voornaamste beoefenaars der aviatiek als het juiste wordt gehuldigd, namelijk het beginsel van platte eenigszins hellende vlakken, welke door mechanische kracht voortgedreven en dientengevolge door de lucht gedragen worden. Wanneer toch in horizontalen zin aan een hellend plat vlak eene snelheid wordt medegedeeld in eene richting, loodrecht op de doorsnede van het hellende vlak met den horizon, dan zal de luchtweerstand, die op het vlak werkt, op dit vlak eene opstuwende kracht uitoefenen, waarvan de grootte o.a. afhankelijk is van de snelheid, waarmede het platte vlak zich voortbeweegt. Eene vliegmachine, gebaseerd op dit beginsel, draagt den naam van aëroplaan.
Wel is waar bereikte Henson, die door zijne vinding bewees een helder inzicht in de zaak te hebben, destijds zijn doel niet, maar hoofdzakelijk moet dit geweten worden aan de omstandigheid, dat men toen op het gebied der techniek nog lang zoover niet was gevorderd, als zulks tegenwoordig het geval is.
Meer volmaakt was het aëroplaan, dat Maxim, de ingenieuse uitvinder van het naar hem genoemde snelvuurgeschut, in 1894 saamstelde. Het zwevende zeiloppervlak bedroeg hierbij nagenoeg 500 M2, terwijl met behulp van 2 motoren, elk van 363 paardekracht, aan het geheele toestel, dat op rails was opgesteld, eene snelheid van ± 60 K.M. per uur werd medegedeeld. Ofschoon werkelijk Maxim's aëroplaan, dat een totaal gewicht van circa 4000 K.G. had, ten gevolge van zijne snelheid omhoog werd bewogen, heeft deze proef, voor de practijk althans, geen verdere waarde.
Gunstiger resultaten leverde de proef van Professor Langley, die, na jaren lang den weerstand der lucht op platte zweefvlakken te hebben bestudeerd, in 1896 zijn aërodrome vervaardigde. Dit toestel, dat op kleine schaal opgezet was en slechts 13 K.G. woog, legde, nadat het van een speciaal daartoe gebouwde stellage werd gelanceerd, in de baai van de Potomac (Noord-Amerika) een weg van 1600 M. in 105 seconden af, welke snelheid overeenkomt met ± 55 K.M. per uur. Proeven, in het groot herhaald, hebben echter de verwachtingen, die men daarvan koesterde, teleurgesteld, zoodat dan op dit oogenblik weer alle hoop gevestigd is op de bestuurbare ballons. Bovendien zal het den lezer onmiddellijk uit de bij de proeven van Maxim en Langley genoemde snelheden duidelijk zijn, welke bezwaren in de practijk aan eene landing met zulke logge gevaarten verbonden zullen zijn; dit is een der redenen, waarom velen ongetwijfeld tegen de aviatiek gekant zullen blijven.
Volledigheidshalve stippen wij hier nog aan, dat men naast de aëroplanen nog andere aviatische toestellen kent, namelijk de orthoptères (rechtvleugeligen) en de helicoptères (schroefvleugeligen). De eerste bootsen zoo getrouw mogelijk de vogelvlucht na, terwijl de laatste hare opstijgende kracht ontleenen aan de ronddraaiende beweging van eene verticale as, aan het uiteinde waarvan 2 schroefbladen zijn aangebracht. Intusschen is voor de practijk van deze beide soorten, voorloopig althans, geen heil te verwachten.
Niet gaarne zouden wij afscheidnemen van de aviatiek, zonder nog een oogenblik te hebben stilgestaan bij den grooten vliegtechnicus Otto Lilienthal, die een groot deel van zijn leven en ten slotte zijn leven zelf heeft geofferd aan het vraagstuk van het persoonlijk vliegen. Aanvankelijk bestond Lilienthal's vliegtoestel uit 2 vleugels en een roer, een en ander gemaakt van wilgenhout en overtrokken met shirting, een soort van katoen. Met dit toestel, dat hij aan twee handvatsels beetnam, nam hij een aanloop van eene hoogte af en werd dan door de lucht gedragen, totdat zijne snelheid uitgeput was. Op deze wijze heeft Lilienthal wellicht meer dan duizend reizen gemaakt, waarbij hij soms 300 M. per vlucht aflegde en verschillende momentopnamen zijne merkwaardige vliegkunst aan de vergetelheid hebben ontrukt. Bij voorkeur koos hij zich daarbij als uitgangspunt de Rhinower- en Stöllnerbergen, maar aangezien de reis daarheen voor hem zooveel tijd in beslag nam, liet hij nabij zijn buitenverblijf Lichterfeld een eigen heuvel bouwen, van waaraf hij zijn vliegkunst kon beproeven. Het is op deze plek, dat verschillende geleerden en technici uit alle oorden der wereld den grooten ‘homme volant’ of ‘flying man’ in zijn element kwamen bewonderen. Helaas! toen Lilienthal er toe overging, om zijne kunstvleugels met behulp van een motor beweegbaar te willen maken, waardoor de stabiliteit van zijne machine blijkbaar te wenschen overliet, stortte hij op 10 Aug. 1896 ter aarde en moest hij zijne vliegproeven met zijn leven boeten.
In Europa wordt de kunst van het persoonlijk vliegen in de laatste jaren beoefend door Buttenstedt en in Amerika is men reeds verder; daar schijnt men zelfs een soort ‘sport’ er van te maken. Chanute en Harring hebben aldaar een vliegtoestel van bijzondere constructie vervaardigd, waarbij de stabiliteit van het toestel gewaarborgd schijnt. In werkelijkheid maakt het vliegen daarmede zoo'n opgang, dat de eene vlieglustige na den ander zich haast, om aan de beurt te komen; persoonlijke ongelukken schijnen hierbij nog niet te zijn voorgevallen.
Ook in Frankrijk legt de ingenieur Ader zich in de laatste jaren op den bouw eener vliegmachine toe, waarvan de vleugels door middel van stoommachines eene eenigszins open neergaande beweging verkrijgen. Dit toestel, waaraan door den uitvinder de naam van ‘Avion’ werd gegeven, vertoont in de vlucht vrij duidelijk den vorm van een vleermuis, met holle, stevige doch uiterst lichte vleugels. De proefnemingen, die met dit toestel op 14 October 1897 op last van het Fransche Departement van Oorlog werden gehouden, zijn vrij gunstig uitgevallen, zoodat de commissie, die een oordeel over de proef moest uitspreken, het ontwerp naar eene bijzondere commissie ter nadere bestudeering heeft verwezen. Ook bij dit aviatische toestel, waarvan de raden tijdens de proef in het manoeuverkamp van Satory werkelijk den grond hebben verlaten, vertoonde zich een gebrek aan stabiliteit, ten gevolge waarvan bij een rukwind de vleugels den bodem aanraakten en dientengevolge in het ongereede geraakten.
Laat ons voor ditmaal afscheidnemen van de aviatiek, en daarbij als onze meening uitspreken, dat voorloopig de practische oplossing van het aëronautische vraagstuk nog niet langs aviatischen weg gevonden is, toegevende dat in de laatste jaren de aviatiek met reuzenschreden is voorwaarts gegaan.
Een volgend maal hoop ik u omtrent de aërostiek een en ander mede te deelen.
(Slot volgt.)