aardiger dan het maréorama, dat op het Champ de Mars vertoond wordt.
't Is zoo ver, vervelend zoo'n eind loopen! O, maar dat hoeft niet.... er is een electrische tram, die den bezoeker
ingang van de rue d'alger.
van het eene gedeelte naar het andere brengt. Er zijn
pousse-pousse, zooals men ze in Japan ziet en die ook hier, evenals in hun vaderland, door een man getrokken worden, verder zijn er rolstoelen en... alweer een groote attractie, een
clou, om het Parijsche woord nog eens te gebruiken, de
plateforme roulante, ook wel
pont-mobile genaamd, de rolbaan.
Circa anderhalve manshoogte van den grond is op palen een weg gemaakt, ongeveer 4 M. breed, in drie voetpaden verdeeld; het eerste staat stil, het tweede beweegt zich langzaam verder en het derde iets vlugger.
Men gaat langs een trap naar boven; in 't geheel zijn er elf, en komt op het niet beweegbare gedeelte terecht. Van daar gaat men op 't tweede en dan op 't derde, zoodat men zich geleidelijk aan de snelle beweging went; hier en daar staan stokken, waaraan men zich kan vasthouden om van 't eene gedeelte op 't andere te komen.
Dit drievoudig voetpad is om een groot gedeelte van de tentoonstelling heen gebouwd, zoodat men er tevens een goeden blik op de verschillende terreinen en gebouwen door krijgt. Men blijft gewoon staan (op het derde gedeelte) en wordt zoo voortbewogen.
Na een 35 minuten ongeveer is men weer aangeland op de plaats, waar men er op is gegaan.
Men heeft ook des rampes mobiles in verscheiden gebouwen; dat zijn trappen of hellingen, die hetzelfde werk doen als de pont mobile. Men gaat er op staan en ze brengen u naar boven; het is een Amerikaansche uitvinding; in Parijs werd dezelve voor 't eerst toegepast in het mode-magazijn ‘Le Louvre’, onder den naam van tapis roulant. Men zag een looper voor zich, ging er op staan en werd zoo naar boven gebracht, dan weer een en weer een, tot vijf toe; deze vijf loopers deden er en doen er nog den dienst van trappen of lift. Ze zijn heel practisch, doch hebben één nadeel, nl. dat ze enkel voor 't naar boven gaan gebruikt kunnen worden.
O ja, we zouden naar het maréorama gaan; ik durf er u bijna niet heen te brengen, het is zoo onaesthetisch!
Ge komt binnen, na uw franc entrée te hebben betaald, en gaat naar boven, langs een beweegbare trap, evenals op een schip. Dat is de voorbereiding, want boven gekomen, bevindt ge u werkelijk op het dek van een stoomboot, ge hoort den misthoorn, de stoomfluit en... voelt de zee!
Langzamerhand neemt de beweging toe, en komt een storm opzetten; het schip schommelt verschrikkelijk en de gure wind blaast u in 't gezicht; de ellende wordt nog vergroot door een fiksche regenbui, waartegen het zeil, dat over het dek heen is gespannen, u slechts gedeeltelijk beschermt. Men moet wel een oude zeerob of een geroutineerde zeereiziger zijn om 't niet te kwaad te krijgen, maar dat is minder, dat hoort er nu eenmaal bij. Eigenlijk gezegd is dat de heele aardigheid, namelijk om den bezoeker den indruk te geven van op zee te zijn en, op een kunstmatige manier, het beruchte zeekwaaltje bij hem op te wekken.
Men zal moeten bekennen, dat de Franschen er, in geest en beschaving, niet op vooruitgaan.
Om onpartijdig te zijn, moet ik u iets beters laten zien en wel het stéréorama; daarvoor moeten we weer teruggaan naar het Trocadero. Men ziet voor zich, op doek gebracht, de Middellandsche Zee met al de groote havens van Algerië, die langzamerhand voor 't oog opdoemen, terwijl de zee er, nu eens met lachend kabbelende golfjes, dan weer met geweldig schuimende baren, tegenaan rolt. Het voorste gedeelte is horizontaal en beweegbaar, de achtergrond is verticaal en trekt langzaam voorbij. Allerlei booten en bootjes geven een relief aan 't water; de verlichting is werkelijk artistiek.
Uit 't stéréorama komende, werd ik aangesproken door een paar Turken, die mij met levendige gebaren vroegen, of ik hun tent ook eens met een bezoek wilde vereeren. Deze had den bescheiden naam van: Grotte d'or. Na een gangetje doorgegaan te zijn, kwam ik aan een grot, waar werkelijk veel klatergoud te zien was; in een hoek was een pyramide, naar 't heette van massief goud, een millioen waarde vertegenwoordigende, en in den tegenoverstaanden hoek een zilveren pyramide van gelijke waarde en daardoor veel grooter.
Doch niet alleen aan 't bi-métallisme was deze tempel gewijd. De derde hoek was ingenomen door een jonge Turksche vrouw, die voor een tafeltje gezeten was en eenige producten van haar land verkocht: Turksche cigaretten, sloffen, muntjes, rozenolie en dergelijke, over 't algemeen niet zeer courante artikelen.
Eindelijk de vierde hoek... ik bewaar 't beste voor 't laatst...
Och, neen, er was geen vierde... dezelve was verhuld door
het ‘boeren’ huis.
een gordijn; hetzij mijn blikken er toevallig heendwaalden, of dat er naar mij geblikt werd... dat zou ik niet kunnen zeggen, maar nogmaals werd ik aangeklampt door een zoon van het Ottomaansche rijk en wel ditmaal om een kijkje achter 't bewuste gordijn te komen nemen. Aan zijn bede gehoorzamende, bevond ik mij in een griezelig, groezelig hokje, waar een oude Turk op een kussen zat; naast hem