venster in het koor der herv. kerk te ter aa. 1897.
Mag de kerk dan blijkens het vorige zoo al niet op schoonheid, dan toch op vrij hoogen, misschien wel op zeer hoogen ouderdom wijzen, door de jongste restauratie bezit zij een koor, dat geheel in den oorspronkelijken toestand is teruggebracht en is zij verrijkt met een schoon orgel, alles te zamen een schenking van den heer G.H. Earle te Torquay in Engeland.
George Hudson Earle was gehuwd met Susanna Catharina Elisabeth Baronesse van Reede van Ter Aa, die hij had ontmoet op eene van zijne menigvuldige reizen en hem reeds op zeer jeugdigen leeftijd ontviel.
Hoe hoog de heer Earle zijn echtgenoote schatte en hoezeer hij haar nagedachtenis in eere wilde houden, blijkt wel uit de rijke schenking aan de kerk van Ter Aa, nog voorafgegaan door een gift van f 10,000 aan de armen, reeds Earle's fonds genoemd. Elk jaar omstreeks Kerstmis worden van de rente dier som aan de niet zeer talrijke armen kleedingstukken, dekens, enz. uitgereikt.
Om aan zijn plan een vasten vorm te geven, bezocht de heer Earle zelf Ter Aa, Juni 1896, en deelde aan den predikant mede, dat hij het voornemen koesterde aan de kerk een orgel te schenken en, in verband daarmede, het koor wilde laten restaureeren.
De heer Brodrick, architect voor kerkenbouw, te Hull, onder wiens leiding het werk werd uitgevoerd, verrichtte de noodige opmetingen, neen, het zou te prozaïsch zijn dit als hoofdbezigheid te noemen; zijn kunstenaarsoog zag op de plaats, waar het moest ontstaan, dat schoone samenstel van lijnen en vormen, dat, aangevuld en verrijkt door nadenken en kunstzin, het aanzijn gaf aan een schoon harmonisch geheel: koorafsluiting, orgelfront en preekgestoelte.
De koorafsluiting bestaat uit vijf vakken, gescheiden door pilasters, ongeveer ter halver hoogte, waar een door de pilasters afgebroken lijst de vakken deelt, overgaande in gestileerde mannen- en vrouwenfiguren, rustende op leeuwenklauwen. Het geheel is van boven afgesloten door een zware, in 't midden vooruitspringende kroonlijst, waarop het orgelfront rust, gesteund door drie op bundels rieten gelijkende, bekervormige consoles. Dit vooruitspringende gedeelte der kroonlijst is sober versierd met een meander en een eierlijst en eindigt beneden in een afhangenden gebeeldhouwden rand. Vermeldenswaardig is ook het fraai geornamenteerde fries, dat boven de beide buitenste vakken uitstekende gevleugelde kopjes vertoont, omgeven door bladvormen en guirlandes.
Het onderste deel der vakken heeft den vorm van een deur, waarvan één als zoodanig dienst doet en toegang verleent tot het koor; het benedendeel bestaat uit twee naast elkaar geplaatste, keurig omlijste, met half verheven beeldhouwwerk gevulde paneelen; de bovenhelft is open bewerkt en bestaat uit gegroefde zuiltjes, eindigende in zuilhoofdjes, die gepaarde, keurig gestileerde grotesken dragen.
Tusschen de kolommetjes is spiegelglas aangebracht.
In elk vak is boven de lijst en daarop rustende een fronton geplaatst, waartusschen pilasters, die een steunpunt bieden aan de consoles van het front.
Dit front bestaat, evenals het orgel zelve, uit twee deelen, gescheiden door een balustrade beneden en een gebeeldhouwden boog boven. De frontpijpen zijn zachtblauw getint en versierd met decoratief schilderwerk, waarin bruin en goud de hoofdtinten zijn. Het geheel is gekroond door zeven beelden met bazuin en trom.
Het geheel vrijstaande orgel is in het koor uitgebouwd en rust, behalve op het koorhek, op vier pilaren, bewerkt als de pilasters. Een schoone wenteltrap, op zich zelf reeds een kunstwerk, geeft toegang tot het platform, dat evenals de ronde trapopening omgeven is door een zware kroonlijst, één geheel vormende met die, welke het koorhek aan de achterzijde van boven afsluit. Wat van het platform overbleef, is omgeven door een stevige balustrade, evenals de trapleuning, versierd met gedraaide kolommetjes.
Tusschen de ruimten, door blaasbalg en pijpen in beslag genomen, is een vrij smalle gang overgebleven, waarin het dubbele klavier met vrij pedaal is aangebracht.
Door kenners wordt het geluid als zeer schoon en liefelijk geprezen. Het is vervaardigd door de firma Forster en Andrews, orgelfabrikanten te Hull; koorhek, orgelopstand en preekstoel door den heer K. Beyaert, fabrikant te St. Kruis bij Brugge.
Het preekgestoelte, gebouwd in den stijl van het koorhek en het orgelfront, is vrij laag en rijk van en relief bewerkte paneeltjes voorzien. De zware trapleuning trekt door de sierlijke kolommetjes bijzonder de