Een trouwpartij in de Zuid-Afrikaansche Republiek.
Uit de talrijke mededeelingen uit de Zuid-Afrikaansche Republiek, die wij in den laatsten tijd uit brieven en gelegenheidsgeschriften ontvangen, weten wij hoe eenvoudig en aartsvaderlijk de gewoonten bij onze stamverwanten in de Transvaalsche Republiek gebleven zijn. Niet het minst komt dit uit bij hun huwelijksgebruiken en bij alles wat met het huwelijk samenhangt.
Op onze illustratie zien wij een typischen Boer en zijn vrouw, die na de voltrekking van hun huwelijk te Barberton in de Gereformeerde kerk aldaar, op weg zijn naar hun hoeve. Het jonge paar zit op den ossenwagen, welke door zestien ossen wordt getrokken, en den langen tocht van het huis der bruid tot de boerderij waar de jonggehuwden zich zullen vestigen is deze wagen hun eenig verblijf, dat moet dienen als woonvertrek, slaapkamer en keuken. Stellig brengen er weinig jonge vrouwtjes in Europa op zoo primitieve wijze de wittebroodsweken door.
Alvorens echter de jonge Boer het tot een huwelijk gebracht heeft, heeft hij door menig zuren appel moeten heenbijten, maar gelukkig is een Transvaler Boer niet gauw uit het veld geslagen. Eigenaardig is de omgang tusschen verloofden in Zuid-Afrika. Als de jongelui des avonds bij elkaar zijn, en de aanstaande ouders van den man vinden het hun tijd om zich ter ruste te begeven, dan reikt de vader aan den jongen minnaar een kandelaar met een stuk kaars; de bedoeling hiermede is, dat als de kaars is opgebrand, de jonge man moet opzadelen en wegrijden. Natuurlijk werden hierbij heel wat kunstjes uitgehaald en zoo gebeurt het dan ook wel, dat de gelieven de kaars uitblazen of een nieuwe opsteken om aldus den avond wat langer te doen zijn. Hieruit blijkt trouwens dat papa Boer zijn kinderen vertrouwt, een vertrouwen dat gelukkig slechts heel zelden misplaatst is.