Rembrandt en iets van zijn werk
Met illustratiën.
Er is in ons land en in het buitenland slechts één roep geweest over de superieure tentoonstellingen van Rembrandt's Werk, in het Inhuldigingsjaar in Amsterdam en in dit jaar in Londen in het Britsch Museum gehouden.
Voor dien was er nimmer eene verzameling bijeen geweest, zoo compleet, zoo belangwekkend van den meester. Rembrandt is veelzijdig als schilder, etser en naturalist; men heeft hem sedert zijn dood bestudeerd en nagegaan als wellicht geen der grootmeesters. Zijn arbeid als etser is verheven gebleven door alle periodes, die de kunst doormaakte, uit technisch en uit kunst-oogpunt; men heeft zijn leven nagegaan, het bezien uit elken ooghoek; toch aan zelfs de meest ingewijden is het niet gegeven onmiddellijk en vóór alles Rembrandt te herkennen in zijn arbeid, ook al werd hij nimmer overtroffen, geëvenaard zelfs.
Een reeks leerlingen, jongeren die om hem en met hem leefden en arbeidden, die zijn wijze van werken zijn etsprocédés kenden, zijn om hem heen gegroeid, hun arbeid is door tal van omstandigheden vermengd geworden met die van den meester tot onherkenbaar wordens
rembrandt. (Zelfportret.)
toe.
Dit houde men in het oog, wanneer men op Rembrandt's werk een blik werpt; hierdoor wordt veel critiek afgesneden.
Zooals men weet werd Rembrandt Harmenz. van Rijn den 15 Juli 1606 als zoon van den molenaar Harmen Gerritsz. die, naar zijn aan den Rijn gelegen molen, van Rijn genoemd werd, geboren. In October 1669 stierf hij in Amsterdam.
Op een-en-twintig-jarigen leeftijd maakte hij zijn eerste schilderij ‘Paulus in de gevangenis’, dat thans in Stuttgart is; deze arbeid draagt nog in zeer veel het karakter van zijn onderwijzers.
In het laatst van 1631 of het begin van 1632 verhuisde Rembrandt naar Amsterdam. Hij had het hier uit een finantieel oogpunt in den eersten tijd uitstekend; hij kreeg vele bestellingen, en reeds in 1634 mocht hij als echtgenoot de schoone Saskia van Uylenburg naar zijn huis voeren. Er volgde voor Rembrandt een reeks gelukkige jaren; hij arbeidde verbazend, werd goed betaald en kon daardoor voldoen aan zijn lust om schilderijen en artistieke voorwerpen te verzamelen.
In 1642 stierf zijn vrouw, een geweldige slag voor den schilder. Reeds een paar jaren vroeger schenen zijn finantieele omstandigheden er niet beter op geworden te zijn, zoodat hij in schulden geraakte; sommige levensbeschrijvers hebben dit willen wijten aan zijn liederlijken levenswandel, maar veeleer hebben de veranderde smaak en de politieke toestand er toe geleid, dat het getal bestellingen belangrijk inkromp.
In 1656 vermaakte Rembrandt voorzichtigheidshalve zijn huis aan zijn zoon Titus; in hetzelfde jaar nog werd hij failliet verklaard en in 1657 werd zijn uitgebreide kunstverzameling voor den geringen prijs van f 5000 verkocht, terwijl in 1658 zijn huis voor f 10,000 wegging.
Van dien tijd af leefde Rembrandt in stille teruggetrokkenheid bij zijn geliefde en huishoudster Hendrikje Jagers, met zijne zoon Titus, die eehter nog voor hem kwam te overlijden. Den 8den October 1669 werd Rembrandt te Amsterdam begraven.
Rembrandt is stellig een der oorspronkelijkste schilders; zonder wetenschappelijke opleiding, zonder aanschouwing van de werken van groote kunstenaars, bereikte hij een buitengewone hoogte. Zijn stof is meestal aan het dagelijksch leven ontleend; de grofste figuur uit zijn werk krijgt onder zijn hand een machtige uitdrukking van karakteristieke realiteit, die door een poetisch waas wordt verzacht. Hij benutte zijn studiën naar het leven echter ook wanneer hij tafereelen uit het Oude en Nieuwe Testament maalde, die hij in het licht van zijn tijd zag zonder te letten op historische getrouwheid, iets wat daardoor een des te sterkeren indruk wekt, omdat zij de geestelijke en materieele atmospheer, waarin Rembrandt leefde en dacht, met de waarheid van een zede-schilderij weergeven.
Zijn hoofdmiddel om een kunstindruk in het leven te roepen is het halfduister; uit schaduw en donker laat hij de karakteristieke plaatsen in het licht uitkomen. Hij laat de vormen meer vermoeden dan dat hij ze aangeeft; alleen op de koppen wordt alle aandacht gevestigd; de juistheid der overige deelen en de schoonheid der juiste verhoudingen geraken wel eens op den achtergrond. Niettemin verwaarloost hij het kleine en onbelangrijke niet; integendeel zelfs doet hij daarop een zeer bijzonder licht vallen en geeft er een ongewone bekoring aan.
Zijne wijze van werken heeft in den loop der tijden groote verandering ondergaan; in het eerst schilderde hij met subtiel penseel en met hel licht. Tot deze eerste periode behooren behalve de Paulus ook de Geldwisselaar, nu in het museum te Berlijn, de Gevangenneming van Simson (koninklijk slot te Berlijn) de Verloochening van Petrus en andere in particuliere verzamelingen zich bevindende schilderijen van klein formaat, die zich onderscheiden door scherpe accentueering der kleuren en schelle belichting.
Den overgang tot zijn tweede periode vormt de Heilige Familie met levensgroote figuren, die in de Munchener Pinakotheek zich bevindt. Het eerste hoofdwerk uit deze periode, waarbij hij zich aan Th. de Keyser aansluit, is de Anatomische les, in het Mauritshuis te 's Gravenhage. In dezen tijd ontstonden ook de meeste zelfportretten, waarvan wij er in deze aflevering een geven, en de portretten zijner echtgenoote Saskia.
Tusschen de jaren 1637 en 1642 komt er over zijn werk een gouden licht, hetwelk zich spoedig tot het clair-obscuur ontwikkelde, dat zijn periode tot ongeveer 1654 beheerscht. Aan de spits van dit tijdperk staat zijn tweede hoofdwerk, de z.g. Nachtwacht (1642, in het Rijksmuseum), in werkelijkheid geen avond- of nachttafereel, doch het uittrekken van het Amsterdamsche schuttersgilde overdag, het toppunt van zijn clair-obscuur schilderkunst; zijn wijze van behandeling is hier evenver van uitvoerigheid als van schetsvorm verwijderd.
Aan de Nachtwacht vooraf is zijn tweede hoofdwerk uit dezen tijd gegaan, de beeltenis van den Menisten prediker Claasz Ansloo en eene vrouw, die hij troost toespreekt.
Zijn methode werd hoe langer hoe koener en kreeg iets meer decoratief, zijn kleur wordt iets donkerder. Zijn voornaamste werk uit dezen tijd is, de Staalmeesters (Rijksmuseum).