De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 2
(1900)– [tijdschrift] Huisvriend, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdHet Hoofdcursusgebouw te Kampen
| |
[pagina 28]
| |
schrijver en tot de slaapzalen; meer biedt deze étage niet te zien aan. Wat u bij alles treft is de weergalooze, haast nijdig makende zindelijkheid, regelmaat en orde. Ziet gij wel die geribt ijzeren bakjes naast de deuren,
hoofdcursusgebouw (zijfront).
om eindjes sigaar op te leggen; die wasch- en toiletbenoodigdheden, als voor eene parade gericht en opgesteld; die meetkunstig zuivere plaatsing van tafeltjes en inktpotten. Het jonge, jolige, doorelkaargooierige, het studentikooze ontbreekt geheel en al. Doet maar gerust eene kast open. Ha, ha, ha, violen mijnheer, strijk- en blaasinstrumenten! Hoe komen die hier? vraagt gij met verbazing. Wij weten het ook niet, maar vinden het leuk en bijzonder interessant en neuriën met De Génestet: Poëzie schuilt overal,
Overal, mijn vrinden!
't Is de vraag maar wie haar al,
Wie ze niet kan vinden!
tuingezicht (westfront).
bescheiden hoekje, 5 in 1894 op de Lombokkers veroverde handvuurwapenen achter glas zijn gezet en waarin men tal van voorwerpen opgeborgen heeft, die bij het onderwijs in de artillerie-wetenschap, bij krijgsspeloefeningen en ten dienste van het landmeten en waterpassen gebruikt worden. Er zou een geheele cursus in de wapenleer noodig zijn, zoo gij eene verklaring verlangde te hebben van de honderden voorwerpen in de diverse kasten bewaard. Maar verder moeten wij, nog is ‘excelsior’ in dit gebouw onze leuze en dus moedig vele trappen beklommen, om te komen op de wapenkamer, waar de geheele uitrusting der ruim 100 leerlingen bewaard en schoongemaakt wordt. Nu een donker portaal over en wij staan voor eene deur met het opschrift ‘Modellenzaal’. Als een andere sesam is een korporaal met een sleutel aangesneld en heeft ons den toegang mogelijk gemaakt. Que diable allait cela faire dans cette galère? zult ge met ons uitroepen, want werkelijk die keurige verzameling voorwerpen op onze Nederlandsch-Indische krijgsmacht betrekking hebbende, verdiende eene betere plaats. En toch moeten wij eerlijk bekennen, dat men wonderen heeft gedaan, met dien kalen, lagen zolder in zoo aardig eene leer- en tentoonstellingszaal te herscheppen. Onder het meest leerzame en bezienswaardige rekenen wij de twee miniatuur Indische bentings, tot in de kleinste onderdeden nagebootst. Op de overige zolders van het gebouw zijn de gedetacheerde militairen, ter sterkte van 2 korporaals, 2 tamboers en 30 soldaten, zoo goed zoo kwaad gehuisvest, en slaapt een gedeelte der leerlingen. Zooals het mahoniehouten hoofd van kapitein Bunsby propvol wetenschap zat, zoo propvol menschen is dit gebouw. Wij hebben het nu in zijn geheel gezien, klimmen dankbaar en bijna voldaan de vele trappen af, gaan bij het wachthuis naar buiten en staan spoedig weder op straat, om ons te begeven naar het manège-gebouw, waar de jongelieden van het 2de studiejaar en een gedeelte der officieren van het garnizoen, van 1 October tot 1 April in het edele paardrijden geoefend worden. Het eenvoudige gebouw werd door de gemeente voor eene som van f 30,000 opgericht en aan het rijk voor 40 jaar in bruikleen afgestaan. Het bevat ruimte voor het stallen van 30 paarden en het geven van onderricht aan 14 personen sterke klassen. Er valt over dit gebouw weinig meer mee te deelen; het grootste gedeelte van het jaar staat het bijna ledig, alleen 2 paarden der hoofdofficieren van het garnizoen met hunne oppassers zijn er altijddoor te vinden.Ga naar voetnoot1) Onzen indruk van al het geziene en opgemerkte in 't kort samenvattende, doen wij dit in de volgende bewoordingen: De netheid en de orde zijn voorbeeldig, de voorkomendheid, de beleefdheid en het militair voorkomen van leerlingen en | |
[pagina 29]
| |
personeel vallen vakman en leek bijzonder in 't oog; met de ruimte is gewoekerd, zijn wonderen verricht. Hulde aan hoog en laag, die zoo de belangen van personen en zaken behartigen! Lezers, gij die in gedachten ons gevolgd zijt op den tocht door de gebouwen, waar het personeel van het Instructiebataljon en den hoofdcursus gehuisvest is, gij wordt vriendijk dank gezegd voor uwe belangstelling. Wij hopen, dat it geschrevene aanleiding moge geven tot een persoonlijk bezoek aan ons stedeke Kampen en onze militaire instellingen daar. |
|