van zijn superioriteit boven hun eigen regeerders en ambtenaren.
Aan de gebeurtenissen die nu volgden nam Kruger slechts in zooverre deel, dat hij te allen tijde het gezag hielp handhaven, totdat hij in 1876 tot vice-President der Republiek werd gekozen. Er was evenwel een sterke partij in de Republiek, die Burgers een te zwak regent oordeelde en die Paul noopte, zich in '77 candidaat te stellen voor het presidium. Kruger zag het oppergezag langzaam naar zich toekomen, maar oefende geduld, want eerst in 't volgend jaar, nadat hij de ziel was geweest van het verzet tegen de annexatie der Transvaal onder Shepstone, werd hij tot President gekozen. De nederlaag der Engelschen onder Chelmsford was het sein tot den vrijheidsoorlog, die in 1884 eindigde met de conventie van Pretoria, waarover, of liever waaromheen nu weer de strijd is ontbrand.
Hoe heeft Kruger het zoo ver gekregen, dat er als ware het een electrische stroom is opgewekt in heel het Hollandsche element aan de Kaap? De haat der Engelschen spreekt van heerschzucht, van huichelarij. Natuurlijk tegen hen, die zich de geboren heerschers achten, is elk wederstreven een onrechtmatige daad. Het begrip, dat ook andere volken hun aandeel willen en kunnen hebben in het beschaven en organiseeren van nieuwe Staten, is nog niet tot de Britsche hersenkas doorgedrongen, en dat deze Boer zijn eisch daadwerkelijk heeft getoond en geratificeerd, schijnt een gruwel der gruwelen. Bovendien is voor een Engelschman geen andere godsdienst denkbaar dan waarin hij wordt voorgegaan door een ‘clergyman’ van Harer Majesteits ‘Hooge Kerk’. En Kruger wil daarvan niets weten. Hij is houder ook van eenig kerkelijk leergezag; hij preekt zelf voor zijn volk. Dapper veldoverste, wakker en wijs staatsman en.... godsdienstleraar die, na Cromwell, in zijn historie nooit zelfs twee dezer functies in één persoon vereenigd heeft gezien. Die godsdienstzin vooral moet huichelarij wezen. En aan zulke liên geeft zoowel de oude Weller als zijn jonge spruit Sam gaarne den bloedneus!
Reeds in den aanvang heb ik doen uitkomen, dat het vooral zijn groote kennis is van de middenstof en de elementen waarin hij leeft, die hem in deze den weg heeft gewezen. Kruger kent al de Boeren, en hij kent ook al de Engelschen van de Kaap, en hij weet dat hetgeen komen gaat, komt omdat het moest. Zich eraan onttrekken kan noch wil hij, en een Engel uit den Hemel zou noodig wezen om hem te zeggen dat hij zich moest gewonnen geven. Die onverzettelijkheid heeft hij echter ook geput uit zijn volk zelf.
Kruger toch heeft, zoo lang hij President der Transvaal is, niet opgehouden te leven met zijn volk. Hij heeft zich niet boven den gewonen Boer gesteld. Hoewel een schatrijk man, bewoont hij een eenvoudig landhuis en vertoont alleen eenige staatsie wanneer zijn ambt het vordert. Want dat het gezag met eenigen luister moet worden omkleed, ook dat heeft hij in zijn Bijbel gelezen. Maar overigens is hij de meest genaakbare man van al de Vrijboeren, zonder dat hij er ooit een vleit of zich verlaagt tot een laf opzitter en pootjesgever. Zijn huis staat voor ieder open, die hem in zijn vrije uren wat te vragen heeft. En zoo druk wordt daarvan gebruik gemaakt, dat de Volksraad den President 300 pond sterling toestaat voor koffiegeld, daar mevrouw Kruger het nooit van zich kan verkrijgen, de gasten op een droogje te laten zitten, en een kop koffie met een versch gestopte pijp minstens dienen gepresenteerd te worden. De Boeren beschouwen dien kop koffie dan ook als een Staats-onthaal, dat de burger er wel van nemen mag. Doch op die wijze hoort en weet Oom Paul, die een scherp gehoor, een helderen kijk op de menschen en een goed geheugen heeft, verbazend veel en is in de gelegenheid om stemming te vernemen, maar ook om stemming te maken.
Maar behalve bij het huisbezoek moeide Oom zich ook nog op andere wijze in allerlei aangelegenheden, hoewel zijn exacte kennis, zijn geleerdheid, zooals men het noemt, niet boven de tuinboonen uitgroeit en zijn ruwe knuist nauwelijks geschikt is om zijn gedachten neer te schrijven met wat hanepooten. De merkwaardige man heeft n.l. de gewoonte of liever het is een door hem zelf gemaakt bestel, om op gezette tijden het land rond te reizen. Dan trekt hij per spoor of per rijtuig met paarden of ossen van dorp tot dorp en houdt open gerecht. Daar de Boeren geen vergaderzalen hebben en ook geen herbergen, en zij hun kerkjes niet willen bezigen voor deze open landdagen, gaat Oom Paul gewoonlijk onder een boom zitten of in de schaduw van een boerenhofstee of steenkluit; en dan begint een echte oud-Bataafsche morgenspraak, waarbij over koetjes en kalfjes, over den oogst, over de wegen en paden, over de belangen der streek, over zaken en personen, over verkeerdheden en wenschelijke, nuttige en noodzakelijke openbare werken, over alle mogelijke en onmogelijke dingen geredekaveld wordt, waarbij een ieder zich het recht voorbehoudt om met den Staatspresident van gevoelen te verschillen of hem vragen te stellen, die hij moet oplossen als ware hij een alwetend orakel.
Op zulke buurtvergaderingen gaat het vaak vroolijk toe. De Boeren zijn er dol op. Oom Paul is de ziel van het gezelschap, en hij leeft telkens op, als hij nuchtere, leuke en verstandige dingen hoort. Onwijze praat maakt hem eenigszins wrevelig, maar toch blijft hij het antwoord nooit schuldig, ook al ondervindt hij dikwijls, dat één gek meer kan vragen dan zeven wijzen kunnen beantwoorden. Lastige of domme vragers onthaalt hij meest op brommige en soms op ruwe scherts, waarbij hij de lachers aan zijn zijde krijgt, en zelfs bij vragen, die hij niet beantwoorden wil, weet hij nog iets te zeggen, dat op een antwoord lijkt en waarmede de patiënt tevreden naar huis gaat. Grappenmakers willen hem wel eens een val openzetten, maar het is hoogst zeldzaam, dat hij erin loopt. Een snoeshaan van een Boer had eens een vraag bedacht, die hij met medeweten van zijn dorpsgenooten Oom Paul zou voorleggen. ‘Ik zou wel eens willen weten,’ zoo sprak de oolijkerd, ‘wat er gebeurt met de 300,000 gulden, die alle jaren op de begrooting worden uitgetrokken voor het geheime fonds?’ De geheele Boerenklomp spitste zich op het antwoord, maar Oompie keek den vrager heel goedmoedig aan, knipte even met de oogen en sprak: ‘Waarde neef, als ik u dat zou vertellen, dan zou het geen geheim fonds meer zijn.’ Een schaterlach galmde door het loover van den dingboom, en toen Kruger later vernam, dat de heele klomp van de vraag wist, had hij er zelf den meesten schik in.
Ook in het openbaar debat in den Volksraad komen zijn natuurlijke slimheid, zijn geslepenheid en gevatheid telkens aan den dag en verbaast hij vaak zijn tegensprekers door de eenvoudigste vergelijkingen, zijn aan de Bijbeltaal ontleende leeringen en zijn zelfgevonden beelden en spreuken; maar hij blijft bij alles open, goedig, eerlijk rond en vergevensgezind. Dit maakt, dat men den ouden Paul thans liefheeft als ware hij aller vader, en het is daarom te begrijpen, dat nu zelfs de vrouwen en meisjes van Pretoria bereid zijn zich voor hem dood te vechten.
Ziedaar eenige losse trekken, waaruit men den man kan leeren kennen, die thans een belangrijke bladzijde in's werelds historieboek zal vullen. Hij-zelf heeft gezegd dat, hoe ook de afloop zijn zal, de wereld erdoor zal geschokt worden, en wie de spartaansche ernst kent, waarmee dit Hoofd van hoogstens 50,000 gewapende burgers gewoon is te spreken, beseft levendig, dat er groote dingen op het spel staan.