Morgengroet.
Frisch als de morgen is het lieve kind, dat daar uit het venster ziet, en alles wat haar omringt is even frisch; even jong, even rijk aan kleur en geur. Men kan zich voorstellen hoe aantrekkelijk het schilderij in zijn helle tinten, en nog meer het tooneeltje zelf in de werkelijkheid moet zijn.
Poes geniet vol poesenzaligheid van de lente, het zonlicht, de bloemen en de nabijheid harer jonge meesteres; zie haar eens welbehaaglijk den rug krommen, de oogen sluiten; 't is of men haar hoort snorren en spinnen.
‘Goedenmorgen!’ roept het meisje.
‘Goedenmorgen!’ zeggen Poes en de bloemen haar na.
Het kan niet anders, wien zoo aangenaam goedenmorgen wordt gewenscht, die kan stellig rekenen op een goeden, mooien dag!