Lieve vriendjes.
De kleine Hongaarsche knaap speelt met zijn konijnen precies zooals een Hollandsche boerenjongen het zou doen. Hij laat ze opspringen en op hun achterpootjes zitten om het voedsel machtig te worden, waarmede hij hen al plagend lokt. De konijnen hebben de eigenaardigheid tot de lievelingen der kinderwereld te behooren; dat is zoo altijd geweest en overal hetzelfde. Nu, onschadelijker, goediger dieren zal men moeilijk vinden. Al onderscheiden zij zich nu ook niet door de slimheid en geestigheid, die katten kenmerken, zoo hebben zij toch andere eigenschappen, die maken dat ouders van alle standen en natiën hun gerust hun kinderen durven toevertrouwen, al zijn zij ook nog kleiner dan dit aardige jongsken.