En tegelijk kwam de plotselinge overtuiging bij haar op, dat ook hij deze verschijning had gezien; dit stemde ook geheel overeen met zijn verzoek, dat zij zich des avonds niet alleen in deze wildernis zou begeven.
Toch, nadat zij den eersten schok doorstaan had, keerden haar oude trots en gevoel van onafhankelijkheid terug; zij wilde naar de plek toegaan en die onderzoeken. Als haar verbeelding haar parten gespeeld had, wilde zij haar gerustheid toonen. Voort ging zij; maar zij had niet gerekend op hare vrouwelijke zwakheid. In het volgende oogenblik stiet zij een gil uit en viel in de armen van Starbuck, die uit het struikgewas naast haar te voorschijn getreden was.
‘Nu heb ik dan toch gezien, dat u geschrikt is,’ zeide hij met een vreemden, gedwongen lach, ‘maar ik had u gewaarschuwd vóór u ging.’
Dit kon zij niet dulden, dat zij in zijn nabijheid zenuwachtig was, en op hare lippen bijtend om haar zelfbeheersching te herwinnen, zeide zij:
‘Natuurlijk, door zoo iets zou wel iedereen geschrikt zijn.’
‘Maar u gilde toch al, vóór u mij gezien had,’ zeide hij bits; ‘het was alsof iets u reeds te voren schrik had aangejaagd.’
Zij wist, dat dit waar was - maar voor geen geld had zij hem het visioen willen vertellen.
‘Schrik aangejaagd?’ vroeg zij met eenige verontwaardiging in hare stem. ‘Wat zou mij schrik hebben kunnen aanjagen; ik ben geen kind, dat ik spoken in de duisternis meen te zien!’
Zij zeide dit in de flauwe hoop, dat ook hij iets zou gezien hebben. Als Larry of haar vader haar ontmoet hadden, zou zij alles hebben verteld.
‘Ge zoudt beter doen met naar huis te gaan, ik wil u veilig binnen de muren zien.’
Zij wilde zich daar wel tegen verzetten, maar daar zij geen goede reden wist op te geven om de plek te gaan zien, waar haar het visioen verschenen was, vergunde zij hem met haar naar huis te wandelen; dan spoedde zij zich onmiddellijk naar hare kamer.
Larry en haar vader merkten tegelijkertijd haar thuiskomst op; zij voelden zich niet op hun gemak en deelden elkaar hunne gedachten mede.
‘Die halve gek tracht goede maatjes met haar te worden, maar Polly weet hem op zijn plaats te zetten,’ zeide Larry glanzend van zelfvoldoening.
De gedachten van Polly waren echter bij geheel andere dingen op dat oogenblik; gaarne zou zij haar vader deelgenoot gemaakt hebben van hetgeen zij gezien had, maar zij wist, dat hij er om lachen zou, en een ander wilde zij haar geheim niet toevertrouwen. Want Polly was overtuigd, dat wat zij gezien had een spook was, en zij twijfelde er geen oogenblik aan of het was de geest van den vermoorden Sobriente. Waarom hij echter verscheen alleen met zijn hoofd boven den grond, wekte hare nieuwsgierigheid. Misschien was hij evenwel heelemaal voor den dag gekomen, maar was hij geschrikt toen Starbuck uit het boschje sprong; wellicht had hij een boodschap voor haar, voor haar alleen.
Deze gedachte behaagde Polly, al moest zij ook toegeven, dat het een griezelige gedachte was, en huiverend wachtte zij de dingen af, die komen zouden.
Natuurlijk, als hij wilde verschijnen, dan zou hij dit liever aan haar doen, de dochter van den opvolger in zijn huis, dan aan dien Amerikaanschen vreemdeling.
Wat moest zij doen? Hare zenuwen waren overspannen en zij dacht er niet aan zich te ontkleeden en te bed te gaan; zoo hoorde zij de klok twee uur slaan.
Als zij het spook weer zag, zou zij het dan te gemoet durven gaan? Plotseling sprong zij met bonzend hart op. Zij hoorde voetstappen op de gang, die naar haar kamer leidde. Duidelijk hoorde zij het.
Was het het spook?
In spijt van haar vastberadenheid, voelde zij dat zij een gil zou geven als de deur openging. Zij hield haar adem in - de voetstappen kwamen nader - waren voor haar deur, en gingen voorbij!
Toen kwam het bloed weer in hare wangen terug en kwam er een gevoel van verontwaardiging over haar. Haar kamer was aan het eind van de gang, - verder was daar niets dan een trap, die door niemand gebruikt werd dan door haar zelve, als den kortsten weg om naar den tuin te komen. Niemand wist dat zij bestond, en niemand had trouwens het recht om die te gebruiken. Zulk een onbeschaamdheid - en ze was er zeker van, dat het dit was - deed haar hare vrees overwinnen en zij sloop naar de deur.
Zij opende die zachtjes en hoorde juist de voetstappen de trap afdalen. Even keerde zij terug, wierp een sjaal over hare schouders en nam een pistool van het hoofdeinde aan haar bed mede. Dan volgde zij den indringer. Het geluid der voetstappen was echter weggestorven alvorens zij den tuin had bereikt; nu zag zij niets dan het verlaten, halfverlichte, met gras begroeide grasveld, in welks midden de put was, van een baksteenen mantel voorzien.
Er kwam een huivering over haar toen zij opnieuw aldus in contact kwam met het voorwerp, dat bij het eerste visioen een rol had gespeeld; toen zij wat aan de duisternis gewend raakte, kon zij alles beter onderscheiden.
De put was niet meer gesloten!
Er lagen stukken steen rondom en een touw, dat aan den mantel bevestigd was, daalde in de diepte neer. - Toen ze met verbijsterde oogen nader toezag, merkte zij dat de schouders en het hoofd van een man in de diepte verdwenen. Het was echter niet de geestverschijning van den avond, en haar angst veranderde in toorn en verontwaardiging toen zij het gelaat van Starbuck herkende. Hunne oogen ontmoetten elkaar en een vloek kwam er van zijne lippen.
Hij maakte een beweging om van den put te springen, maar toen het meisje terugdeinsde ging het pistool, dat zij in hare hand hield, onwillekeurig af, terwijl het geluid naar alle zijden weerkaatst werd.
Met een kreet sprong Starbuck terug en verdween weer in den put; bezwijmd viel Polly bij de trap neder.
Toen zij weer bijkwam stonden haar vader en Larry naast haar. Door het lawaai waren zij gewaarschuwd geworden en waren naar buiten gestormd, niet echter vlug genoeg om Starbuck en zijn medeplichtige het ontsnappen te beletten.
Toen Polly weder geheel tot zichzelve gekomen was, konden zij het geheim verder ontdekken, hetwelk zij zoo geheel toevallig had bemerkt. Sobriente's put had een rijke goudader verborgen, die vroeger door hem was ontgraven, en die aan het andere einde uitliep in een opening in den tuin; welke tot nu toe door een steen, die om een spil kon draaien, verborgen was geweest.
Het bestaan daarvan was aan Sobriente's opvolger niet bekend geweest, maar was wel bekend aan den mulat, die bij Sobriente gediend had en die na den moord met diens dochter was gevlucht. Hij had het geheim aan Starbuck medegedeeld, die blijkbaar het plan had opgevat om met zijn gezel Buena Vista te bezoeken, ten einde zooveel goud mogelijk mee te nemen. Deze gezel had echter verzuimd mede te deelen, dat er een uitgang in den tuin was, zoodat Starbuck wel gedwongen werd te beproeven toegang te krijgen van uit het huis; daarom had hij zich daar als gast gepresenteerd met den bekenden uitslag.
Men kwam tot de wetenschap hiervan uit papieren, die in zijn koffers, welke anders niets dan steenen bevatten, gevonden werden, en welke koffers Starbuck hadden moeten dienstig zijn om er het gestolen goud in te bergen. Zonder Polly's moedig en tijdig tusschen beiden treden zou de poging stellig gelukt zijn.
En nu zij haar alles hadden verteld, wilden zij alleen nog