Allerlei.
De schrijfkramp.
Het is nog niet zoo heel lang geleden, dat men van het verschijnsel ‘schrijfkramp’ geheeten, niet al te veel notitie nam, en al spreken artsen uit vroegeren tijd er ook over, eerst in deze eeuw heeft men wegens het grooter aantal der gevallen zich er bijzonder voor geïnteresseerd. Drie oorzaken hebben daartoe medegewerkt: de toename van schrijvers en hun werk, de invoering der stalen pen en de zenuwachtigheid van onze eeuw.
Met name, waar zulke storingen uit het beroep voortspruiten dient men er met zorg op te letten, daar ze dikwijls ongeschiktheid voor de bekleede betrekking met zich voeren; voornamelijk is dit het geval bij bureau-ambtenaren, musici, copiisten en ook bij naaisters. Dikwijls komt de ziekte ook voor bij menschen, die overigens niet veel schrijven, maar gedwongen zijn zeer snel te schrijven, zooals postbeambten, en zelfs bij lieden, die niet veel anders hebben te doen dan, zij het ook ontelbare malen, hun handteekening te zetten.
Gewoonlijk komt het euvel sluipend aanzetten en geeft onoplettendheid gelegenheid tot voortwoekeren; lichte vermoeidheid, soms ook pijn, doet zich voor tot vaak eensklaps de spiervertrekking (kramp) intreedt. Ook hierop let echter de patiënt niet altijd, tot eindelijk de verschijnselen zoo telkens zich herhalen, dat schrijven bijna onmogelijk wordt.
De aard van het verschijnsel, de bijzondere vorm en de afzonderlijke gevallen, leveren nog vele problemen, wier oplossing nog niet gevonden is. Het algemeene kenmerk bestaat hierin, dat de storing in den regel optreedt wanneer de bijzondere arbeid, hier dus het schrijven, aanvangt. Tot allen anderen arbeid is de hand in staat, maar bij de poging om te schrijven doen zich bij enkele spieren van de vingers of den duim krampen voor of treedt een toestand van verlamming of beving in. Grijpt bijv. de hand naar de pen, dan hebben de vingers plotseling neiging om zich te strekken of saam te knijpen, of een verlammingszwakte maakt het onmogelijk den pennenhouder vast te houden; bij elk bijzonder geval zijn er echter vele variaties.
De medische wetenschap weet op dit oogenblik eene voldoende verklaring nog niet te geven; vroeger meende men in veranderingen in bepaalde deelen der hand, zenuwen, spieren enz. de oorzaak te hebben gevonden, maar daarnevens waren er nog veel meer gevallen, waar zulke veranderingen niet waren aan te wijzen; later heeft men de verklaring van de storingen gezocht in het zenuwstelsel, door eene storing in het coördenatie-centrum; echter bleef het nog onzeker of dit centrum te zoeken was in de hersenen of in het ruggemerg. Enkele doctoren meenen thans de oorzaak te mogen vinden in het hersenvlies; hierbij zou dan sprake zijn van eene storing der functiën in dit gebied. Ook andere theorieën zijn verkondigd, zonder echter de zaak tot nog toe tot bevredigende oplossing te brengen.
Welke geneesmiddelen zijn nu tegen schrijfkramp aan te wenden? In de eerste plaats is het natuurlijk zaak het schrijven na te laten of zooveel mogelijk te beperken; vooral geldt dit van zenuwachtige patiënten; hun kwaal wordt na alle ondervindingen die tot nu toe zijn opgedaan het best door rust genezen; indien mogelijk is verandering van klimaat gewenscht en een bezoek aan het hooggebergte of de zee zeer aan te raden.
Moet men zich van apparaten bedienen? Daarvan kan men een aanzienlijk getal vinden, en allen maken natuurlijk aanspraak op de verdienste genezend te werken. Omdat men verschillende soorten van schrijfkramp aantreft en ieder toestel toch maar voor een bijzonder geval kan werken, vergist men zich, indien men meent dat er een algemeen middel is aan te wijzen. Het zal dus steeds zaak blijven bij aankoop een geneesheer te raadplegen.
Ter genezing zal echter een apparaat zelden strekken en hoogstens tot verlichting van het euvel dienen.
Schrijven met de linkerhand treft meestal geen doel, daar de kwaal zich aan beide handen mededeelt. Den grond hiervan moet men hierin zoeken, dat beide handen in een gevoel van afhankelijkheid van elkaar staan, en de eene de andere, ook in hare gebreken als het ware gaarne copieert.
Het meest doeltreffend heeft tot nu toe massage, gepaard aan methodische heilgymnastiek en vingeroefeningen, gewerkt; ook electriciteit is een nuttig geneesmiddel.
Als hulpmiddel bedient men zich wel eens van een zacht potlood; inderdaad heeft men hier meermalen een goed succes mede bereikt.