Don Quichot.
Van de figuren door den dichtergeest geschapen, heeft die van Don Quichot zeker niet het minst de aandacht der schilders getrokken. De hier nevensstaande reproductie van de schilderij van C. Vazquez doet ons de episode van den strijd van den edelen Don tegen de windmolens zien. Don Quichot was met zijn dienaar Sancho in een streek gekomen, waar hij dertig tot veertig windmolens ontdekte. Daar hij deze voor onverwonnen reuzen hield, besloot hij dadelijk een gevecht met hen aan te binden en hen neer te vellen. ‘Vlucht niet, laffe, ellendige schepsels,’ riep hij hun toe, ‘het is een enkel ridder slechts die u den strijd aankondigt.’
Hij gespte zich het harnas op, nam de lans in de handen en reed in vollen galop op zijn krijgspaard Rosinante op den eersten molen los. Terwijl hij nu op een der wieken een aanval deed, draaide deze door den wind met zoo geweldige kracht om, dat de lans in splinters brak en paard en ruiter weggeslingerd werden op het veld. In zulk een beklagenswaardigen toestand vond Sancho zijn meester, die zich er over beklaagde, dat de toovenaar Freston hem een poets had gebakken, aangezien deze toch de reuzen in windmolens had veranderd.