als eene grove beleediging. Menigmaal wordt ook Paderewski medegesleurd in het algemeene gewirwar; maar nooit aarzelt hij een oogenblik als zijn hand gekust wordt.
Ten slotte wordt de meester door jongelieden op de schouders gebeurd en voor den troep uit in triomf rondgedragen.
Gewoonlijk werkt Paderewski den geheelen dag, maar van tijd tot tijd neemt hij eens vrij af en dan worden alle gedachten aan muziek uit zijn geest verbannen. Deze korte verpoozing op Kosna heeft hij broodnoodig want geen musicus ter wereld moet zich de enorme inspanning getroosten als hij, wanneer hij zijne muzikale reizen volbrengt. Slechts weinig menschen zouden den lichamelijken arbeid alleen kunnen volbrengen, die Paderewski's pianospel van hem vordert, nog afgezien van de reusachtige geestelijke inspanning, en de bezwaren die lange spoorreizen, dag in dag uit hem opleggen.
Als Paderewski een dag vrij af neemt dan is hij geestig en vroolijk en houdt hij zich slechts bezig met de gedachte aan het welzijn zijner medemenschen. Maar niet lang kan hij zijn zonder zijn kunst; als hij geen engagement heeft, componeert hij of bereidt hij zich voor tot aanstaande kunstreizen. Soms gaat hij in den vroegen ochtend reeds voor zijn piano zitten en werkt dan gestadig door, geen voedsel of rust nemend, totdat het
paderewski's huis in kosna (polen).
uur van het diner, dat hij laat gebruikt, komt. Als hij dan aan het einde van zulk een dag van zijn piano opstaat, dan is hij bleek en opgewonden en zenuwachtig. Naderhand herneemt de natuur hare rechten en uren gaan voorbij eer de zenuwen weder tot rust gebracht zijn en hij kan slapen. Gedurende die uren van overspanning speelt Paderewski biljart en rookt hij Russische cigaretten van eigenaardigen geur. Het biljartspel heelt een wonderdadige uitwerking op hem; hij gaat daar geheel in op en zoo komen langzamerhand zijn overspannen zenuwen tot rust; als hij dan eindelijk naar bed gaat, slaapt hij zoo kalm als een kind; geen enkel spel trekt hem overigens aan behalve dat hij van tijd tot tijd gaarne een partij schaak speelt.
Paderewski is gewoon in een allervriendelijkst vertrek te werken, waarvan de muren bezaaid zijn met ontelbare herinneringen aan de triomfen, die hij heeft behaald. Lauwerkransen en adressen van hulde, zilveren huldeteekenen enz. hangen van de muren af, gegroepeerd rondom een geschenk van de Koningin van Italië.
Paderewski speelt bijna altijd op een Erard-piano; slechts bij uitzondering, ter afwisseling, gebruikt hij een ander instrument. In een hoek zijner kamer staat een hooge lessenaar; uren kan de meester daar vóór staan als hij bezig is iets te componeeren. Hij zet alles in elkaar, zoo gauw als een ander denkt, maar alles heeft hij geheel in zijn hoofd gereed voor hij een pen op het papier zet; als het eens geschreven staat dan maakt hij slechts zelden veranderingen. Dan gaat hij zitten om door te spelen wat hij heeft geschreven.
Door de bezittingen van Paderewski heen stroomt het riviertje de Biala; het is een heerlijke, heldere stroom, die in den winter over groote breedte zich uitstrekt en dan eenige meters hooger is dan in den zomer. Zijn streven is nu dit water met visch te bevolken en aldus aan zijn pachters een nieuw middel van bestaan te geven. Reeds zijn verscheidene handen onder Paderewski's leiding aan het werk om vischkweekerijen op te richten. De vorige lente werd de laatste installatie in orde gebracht en een dertigduizend vischjes in de rivier uitgezet. Als deze onderneming slaagt zal allerhande soort visch in de Biala worden losgelaten.
De bevolking van deze rivier is slechts een van de honderd plannen, die Paderewski altoos bezig houden; nog onlangs bijv. kwam het voornemen bij hem op om zijn boeren de wijnbouwerij met voordeel te leeren uitoefenen. In menig opzicht zijn deze Oostenrijksche Polen, te midden waarvan hij leeft, zeer achterlijk, daar het eene geslacht precies de voetstappen van het andere drukt zonder iets te vorderen, gelijk hun wijngaarden bewijzen. Men laat de stammen zoo weelderig groeien als zij zelf verkiezen en geen middel werd tot nu toe aangewend om de vrucht te veredelen. Paderewski beproeft ook hierin verandering te brengen.
In de uitgestrekte wouden, die rondom het huis gelegen zijn, is in ruime mate wild aanwezig, en een verrukkelijk werk is het hier te jagen; ieder inwoner van Kosna heeft daartoe vrijheid maar Paderewski zelf neemt er nimmer deel aan.
De invloed van dezen kinderlijk eenvoudigen landheer doet zich ver buiten de grenzen van zijn eigen bezitting voelen. Van mijlen ver in het rond komen de landlieden om hem deelgenoot te maken van hun zorgen en bezwaren en allen hoort hij geduldig aan, hen den best mogelijken raad gevend. Dikwijls vervoegen zich deputatiën bij hem op het breede terras met grieven, die de meester alleen uit den weg kan ruimen; dan verlaat hij zijn werk en komt naar buiten en spreekt de verzoekers toe, zoodat ze weldra tevreden heengaan.
Dichtbij Kosna ligt een stadje van ongeveer 2000 inwoners; hier is in menig opzicht Paderewski's vriendelijk bestier merkbaar. Eenigen tijd geleden heeft hij hier een groot huis aangekocht en het ingericht tot een gezelschapslokaal voor de jongelieden van het plaatsje. Men vindt hier overvloed van couranten en tijdschriften, gezelschapsspelen van allerlei soort, terwijl ververschingen kunnen gekocht worden, waarvan de opbrengst den armen ten goede komt.
Paderewski's hoofd is even helder als zijn hart vriendelijk is. Hij bezit een kolossaal geheugen, dat het geheele repertoire van oude en moderne kunst in zich heeft opgenomen. Het is bijna onnoodig te zeggen, dat hij buitengemeen rijk is. Hij krijgt voor twintig minuten pianospelen een honorarium van 6000 gulden. Gedurende een kunstreis naar Amerika verdiende hij in vijf maanden bijna vier ton.
Hij is een uitstekend man van zaken, ook al zijn zijn manieren die van een kunstenaar; zelden schrijft hij een brief, nooit, indien hij eenigen anderen weg kan bedenken om zijn meening uit te drukken of indien hij iemand kan vinden om voor hem te schrijven: een brief is zijn laatste hulpmiddel. Een onnoemelijk aantal telegrammen verzendt hij in den loop van een jaar en de administratiën van Europa hebben dan ook een goeden klant aan hem. De sleutel van het leven van Ignatius Jan Paderewski is nimmer te weifelen wanneer hij een goede daad kan doen.