Van lezen en schrijven.
Een man van zaken, die verklaart dat hij ‘geen tijd heeft om te lezen’, zal verbaasd staan indien hem verteld wordt, dat alleen om te lezen, bij een mensch het oog gemiddeld gedurende een menschenleeftijd een afstand aflegt van meer dan 1600 K.M., d.w.z. een ‘oogreisje’ van Amsterdam naar Brindisi.
Iemand die niet bijzonder vlug leest kan 300 woorden per minuut verwerken, d.w.z. hij leest ongeveer tweemaal zoo vlug als hij spreekt en tienmaal zoo vlug als hij schrijft; naar dezen maatstaf gerekend leest een mensch ongeveer 92 M. per half uur. Omdat nu de man, die het het meest druk in zaken heeft, niet meer dan een half uur per dag leest, legt hij per jaar een afstand lezens af van 19 mijlen, dat is bij een leven van 50 jaren werken ongeveer 1.600.000 M. En dat gemiddelde is natuurlijk buitengewoon laag; er zijn menschen bij massa's, die wel zesmaal zooveel lezen en al lezende geheel Europa doortrekken, van kaap Sint Vincent naar den Oeral en van de Noordkaap naar kaap Matapan, zijnde ongeveer 10.000 K.M. of een vierde van den aequator.
Een statisticus heeft uitgerekend, dat de oogen van iemand, die al de werken van Zola leest, een afstand van 4800 M. afleggen.
Vergeleken bij zulke groote getallen, legt de pen, zelfs van den vruchtbaarsten schrijver, maar armzalig weinig afstand af. Het schijnt ongeloofelijk en toch is het zoo, dat er vele menschen zijn, die met gemak de pen hanteeren en die toch hun leven lang daarmede geen grooter afstand afleggen dan een paar duizend meter; voor iemand, die niet van zijn pen behoeft te leven zal het gemiddelde ongeveer 2500 M. zijn.
De beroepsschrijver brengt het natuurlijk veel verder, - als hij een weinig ijverig is dan levert hij aan de pers ongeveer 300.000 woorden per jaar, dat is een afstand per jaar van een uur loopens. Als hij dit voortbrengingsvermogen gedurende 40 jaren kan volhouden, dan legt hij dus ongeveer 45 uur met zijn pen af, dat wil zeggen de halve afstand van Amsterdam naar Parijs.