Vrouwelijke bandieten.
Tot voor korten tijd was er nog één gebied, waarop de man het monopolie had, maar ook dat is sedert door de vrouw betreden, en heden ten dage is het mogelijk in verschillende deelen van de wereld het ‘halt en geef u over’, door zachte vrouwenstem te hooren uitspreken en u een pistool te zien voorhouden door teedere vrouwenhand.
Barbara Danelia was de eerste vrouw, die de rol van bandiet heeft aangenomen; zij is een tenger, bevallig meisje met fijne gelaatstrekken, kleine handen en voeten, een zachte stem en bekoorlijke manieren. Zij is de dochter van in goeden doen zijnde ouders in het dorp Bandza in den Kaukasus. Als kind was het een echte durfal, kende geen vrees en was door haar gevaarlijke ondernemingen een bron van angst voor hare ouders.
Op een goeden dag verdween zij uit haar huis en binnen een paar weken kwam het gerucht in het dorp van een driesten bandiet, die, hoewel als man gekleed, buiten kijf een vrouw moest wezen. Het was Barbara, die zich bij een bende roevers had aangesloten en hun hoofd werd, waarvoor ieder ontzag had.
Toch is Barbara's methode van doen niet die van een mannelijken bandiet. Zij is in den geheelen Kaukasus bekend om hare hoffelijkheid en humaniteit en heeft op het rooversbedrijf de gewoonten van het salon geënt. Nimmer gedoogt zij geweldpleging behalve in geval van den uitersten nood, en laat haar slachtoffers genoeg geld om hun een eerste onderkomen te verschaffen; bovendien geeft zij ze een goed maal, voor zij hen laat gaan. Van haar kant verzoekt zij haar slachtoffers om met een kleine wacht te blijven, waar zij zijn, totdat zij en haar bende een uur voorsprong hebben.
Meer dan eens is Barbara gegrepen en in de gevangenis gezet. Den eersten keer kwam de cipier geheel onder den invloed van hare bekoorlijkheden en liet de deur van hare cel openen. De volgende gevangenbewaarder werd zoo door zijn gevangene gehypnotiseerd, dat hij met haar er van door ging en de meest aan haar verknochte van de gansche bende werd; bij een derde gelegenheid was het haar ten laste gelegde zoo weinig bewezen, dat de rechter haar vrij sprak.
Barbara is zoo bedreven in het schieten met geweer en revolver, dat men beweert, dat zij den rand van een muntstuk op twintig pas kan raken. Niet lang geleden werd er eene wanhopige poging gedaan om haar en haar bende te grijpen door den politie-inspecteur Eristoff en een detachement tot de tanden gewapende soldaten. Geen week later had de begrafenis van den inspecteur plaats.
Een andere, niet minder durvende dame is mejuffrouw Dora Cox, wier jachtgebied ligt in het Oklahoma territorium in Noord-Amerika, Deze Dora, wier loopbaan beschreven wordt, in de crimineele historie van de Vereenigde Staten, als die van een onovertroffen boosdoener, is een meisje van zestien jaren met gouden haren en blauwe oogen. Zij houdt zich niet bezig met het beroep van roover op den openbaren weg, maar is een specialiteit in het stelen van paarden, het berooven van banken en het smokkelen van whiskey aan Indianen. Ook Dora Cox is verscheiden keeren gevangen genomen maar steeds was zij te ongeduldig om het verhoor voor hare rechters af te wachten, en ofschoon zij thans weder gevangen zit te Tecumseh in Oklahoma, hebben ook thans hare cipiers geen hoop haar daar langen tijd te houden.
Niet vele weken geleden werd Dora in de King Fisher gevangenis opgesloten maar binnen weinig dagen was zij ontsnapt en reed zij weder vrij rond met een der leden van hare bende, Dick Clarck, een halfbloed Otoe Indiaan. Een wilde jacht volgde en na 50 mijlen werd zij gegrepen en weder achter slot en grendel gezet.
Vele verhalen doen de ronde omtrent deze ‘Koningin van de Oklahoma Indianen’, gelijk Dora genoemd wordt. Voor de ruwe bende harer volgelingen is zij de ijverige verpleegster en met ware opoffering verzorgt zij de gewonden. Zij wordt door de armen zeer geacht, aan wie zij veel van den buit geeft, dien zij aan de rijken ontrooft. Maar evenals zij een edelmoedige vriendin is, evenzeer is zij eene onverzoenlijke vijandin, en wie deze blauwoogige bandiet beleedigt kan op een kort geding en eene spoedige begrafenis rekenen.