De vijand, onder de bedekking der muren zich weder hebbend opgesteld, rukte aanvallenderwijze op. Dicht waren de gelederen opeen; toen, op bevel der chefs, verspreidde men zich.
Revordy loerde naar hen, vooruitspringend in het donkere boschje. Ademhalen hoorde men vlak bij.
Driehonderd meter waren ze nu nog van de boompjes; ieder man was een goede schijf.
‘Vuur!’
Het hout stond als in brand, salvo's klonken, alles was dicht in den kruitdamp; de harde grond dreunde van de voetstappen der aanstormende vijanden.
Revordy, boven alles uit, beval:
‘Ophouden met vuren!’
De damp trok op, hier en daar blijvende hangen in de naakte boomtakken; de vlakte was weer te overzien; de vijand had zich in het hout teruggetrokken, en school achter de muren.
Van ter zijde ontwikkelden zich echter andere liniën. Revordy sprak zijn mannen moed in; aan de flanken stelde hij escouades op.
Moedig door den steun van de reserveliniën, die terrein wonnen, waagden ook de eerste aanvallers weder een frontaanval.
Er kwamen gaten in de gelederen door de salvo's; zij wankelden, maar weer werden de gapingen aangevuld, voorwaarts ging het, de hauptmann voorop.
Plotseling raakten ze in verwarring. De Duitsche aanvoerder was getroffen; de vijandelijke troep had zijn ziel verloren.
‘Hoe was dat gericht?’ riep een stem vol victorie.
‘Zoo, was jij dat, Tréchou?’
‘Ja, kapitein, ik draag niet voor niets mijn chevron.’
De officier glimlachte, een gevoel van fierheid ontgloeide in het hart van commandant en soldaat, die door het samen deelen van het gevaar als broeders Waren. Maar de aandacht van Revordy werd alweer door een nieuw gevaar getrokken. Dichte drommen vijanden waren vlak bij het kreupelhout en dreigden den aftocht van de verdedigers te versperren.
Het vuren verminderde, de patroontasschen raakten leeg. De kapitein beval:
‘Bajonet op!’
De soldaten, opspringend, begrepen het bevel.
‘Jongens, vooruit, we moeten over die kerels heen!’
Hij trok den degen. Vooruit ging het naar den bedreigden vleugel. Men was er.
Revordy wankelde, viel... een kogel had hem doodelijk getroffen.
Maar de vaart zat er in; de verdedigers ijlden voort; zij waren in veiligheid.