De keizerin van China.
De fortuin heeft in hare grilligheid al heel wat wonderlijke dingen gedaan, maar een van hare interessantste verrichtingen was toch wel, toen zij een slavenmeisje deed worden tot een heerscheres over 400 millioen onderdanen, en op wie in onze dagen de gansche wereld hare oogen gericht houdt. Een halve eeuw geleden begon deze geschiedenis te spelen, in de stormachtige dagen van den opstand der Tapings in Canton, waar het jonge slavenmeisje Yen Ling woonde, en welke plaats door wilde horden werd verwoest, die ieder met den dood bedreigden.
Met hare ouders en een jongeren broeder leefde zij hier in de grootste armoede, blijde nochtans dat zij het dagelijksch brood en een eenvoudig rijstmaal konden verdienen.
Haar vader, Li Tzun behoorde tot den allerlaagsten stand der Chineezen, en toen de rijkere klassen tot armoede vervielen, was hij zijn ondergang nabij. Het was in deze verschrikkelijke omstandigheden, dat Yen Ling, die toen een aardig meisje was van veertien jaren, haren vader verzocht haar als slavin te verkoopen, opdat hij aldus een mond minder had te vullen en een sommetje geld voor het onderhoud der overblijvenden zou erlangen.
Na veel tegenwerpingen en na het storten van heete tranen, besloten de ouders om met haar te vertrekken en op een goeden dag wandelde zoo Li Tzun met zijn dochtertje aan de hand in Canton, waar hij aanklopte bij een voornaam generaal, een neef van den keizer.
Spoedig was men het over de koopsom eens en Yen Ling begon zoo haar leven als slavenmeisje; zij werd n.l. kamenier bij de vrouw van generaal Tiduo.
Zoo verliep er een jaar en als een schoone bloem groeide het meisje op; zij won door haar vriendelijkheid en goed verstand het hart van hare meesters en zoo gehecht werden zij ten slotte aan het vreemde kind, dat zij het als hun eigen dochter aannamen. Er werden voogden voor haar benoemd, en weldra ontwikkelde zich haar geest niet minder dan hare schoonheid; spoedig was Yen Ling dan ook het schoonste en aantrekkelijkste meisje van Canton.
Tiduo, die bij den keizer in hooge gunst stond, moest op een goeden keer aan zijn vorstelijken gebieder een geschenk van groote waarde geven uit dankbaarheid voor eene belangrijke bevordering, en zij het ook met tegenzin, hij besloot om Yen Ling aan den keizer af te staan; zoo kwam zij dus in het keizerlijke paleis.
Het gerucht van haar groote schoonheid was haar al vooruit geloopen. Zij behaagde den keizer en deze nam haar op onder zijne vrouwen en gaf haar een titel, die slechts een rang lager was dan die van de regeerende keizerin Tsi An.
De jonge slavin was nu keizerin behalve in naam. De keizer zelf was als haar slaaf en de edelsten uit het land knielden aan hare voeten neer.