werkende, maar onbeweeglijke Fellahvolk in beweging te brengen. Het zal niet tot een hooger peil van beschaving kunnen verheven worden, als men niet tracht ook de vrouwen te veredelen, maar zoolang de polygamie nog bestaat, blijft de vrouw daar een wezen van lager orde, en het zal niet mogelijk zijn het volk te onttrekken aan hun vloeren van slijk in de ellendige hutten, waar zij zoo lang hebben geleefd. De Fellah beschouwt de vrouw als een lastdier, meer niet.
Geen rijker veld voor vrouwelijk en geneeskundig zendelingswerk, dan de uitgestrekte groene vlakte, te midden van het zwoegende en hulpelooze Egyptische volk. Hoewel zij zoo onophoudelijk doorwerken, zeven dagen in de week, zijn er geen dankbaarder toeschouwers van feesten, kermissen en optochten enz.
Daar hun
gezicht op de pyramiden.
jaar een maanjaar is, zoo vallen hun periodieke feesten altijd in een ander seizoen. Zoo komt de Ramadanmaand gedurende jaren des zomers voor. Dan vasten de Mahomedanen gedurende een geheele maand en het volk ondergaat dan een zware beproeving, en 't is geen wonder als het schot van zonsondergang valt, dat de kinderen van elk dorp hun spelen al jubelend verlaten om zich naar huis te spoeden, ten einde daar gevoed te worden.
De drie grootste levensgebeurtenissen der inboorlingen zijn de besnijdenis, het huwelijk en de bedevaart. Bij de eerste plechtigheid heeft er gewoonlijk een schilderachtige optocht met muziek plaats door de straten, en het effect der veranderende lichten op de gekleurde kleederen is zeer mooi.
Aan het huis gekomen, wordt het gezelschap begroet door het trillende zaghareet der vrouwen, hetgeen haar welbekend geroep is bij vroolijke gebeurtenissen, en een feest wordt dan gewoonlijk aangericht ter eere van vrienden en bezoekers.
Wat het huwelijk betreft, zoo krijgt een man zeer zelden in de hoogere standen zijn bruid ongesluierd te zien. Eerst als alle ceremoniën ten einde zijn, wordt haar gelaat voor hem ontdekt en hij moet zich tevredenstellen met de bloemrijke, welsprekende beschrijvingen van de vrienden en familieleden, die het huwelijk tot stand brachten.
Onder de lagere klassen heerscht dit gebruik minder, maar toch wordt zekere terughouding hier ook in acht genomen.
Bij het volk is de huwelijksnacht ook steeds een gelegenheid tot fakkeloptocht met zang en muziek, en buiten het huis waar het bruiloftsfeest wordt gegeven zingt men verzen uit den Koran, waarbij men mannen ziet, half dol door de wildheid hunner gebaren en de zware inspanning hunner eentonige zangen.
Misschien is het toppunt der eerzucht van een Egyptenaareen pelgrimstocht te doen naar Mekka. Alle jaren in het bedevaartsseizoen is het een groote beweging in Caïro, als de historische Mahmal naar Mekka vertrekt, met zijn stoet van bereden troepen, eenige stukken artillerie en een karavaan kameelen, die den militairen mondvoorraad draagt.
De Mahmal zelf is een pyramidevormig houten geraamte over een fraai geborduurd dekkleed, dat gedragen wordt op een rijk opgetuigden kameel. Hoewel thans gewoonlijk ledig, is de Mahmal een reliek, vereerd ter herinnering van een beroemde Egyptische koningin uit de middeleeuwen. De vroolijke cavalade voert ook met zich mede het jaarlijks vernieuwde karpet van de Caaba, het heilige der heiligen in Mekka.
Twee dezer karpetten worden elk jaar aangeboden, een uit Constantinopel en het andere uit Caïro, en de ouden worden verscheurd en als heilige relieken onder het volk verdeeld.
Vele verhalen gaan er rond van het lijden en de ontberingen der pelgrims, maar tegenwoordig is de toestand, wat Egypte betreft, zeer verbeterd. Toch is het een gewoon gezicht in Suez, waar duizenden zich