In de schemering.
Een allerliefste, echt moderne voorstelling. Die schemerlamp met haar fraaie, artistieke kap, die bloemen op het bonte tafelkleed, vormen een geschikte omgeving voor het mooie meisje in haar eenvoudige, smaakvolle blouse, met de diepe, peinzende oogen.
Men ziet het haar aan, 't is geen gewoon jong meisje, dat alleen in dansen, tennisspelen, fietsen, mooie toiletten, flirten en jagen naar het bezit om een man, haar dagelijksche bezigheid zoekt en liefheeft.
't Is een jonge vrouw, die in ernstige lectuur haar genot vindt, wier geest beziggehouden wordt door de groote vragen des levens en die zich verdiept in de nieuwe gezichtspunten, welke zich openen voor de vrouwenwereld der toekomst.
Zij wikt en weegt naar aanleiding van het gelezene, wat daarin overdrevens en vermetels voorkomt, scheidt het zorgvuldig af van het ware, werkelijk nuttige, dat de vrouw van morgen in staat zal stellen niet om haar bestemming te verloochenen, haar roeping ontrouw te worden, maar om beter en in ruimer kringen haar plichten te volbrengen.
Haar plichten! Een verstandige vader, een liefdevolle moeder hebben haar steeds geleerd, dat elke mensch, elke vrouw plichten, zware plichten te vervullen heeft, en de boeken, die zij met zooveel ernst bestudeert, spreken slechts van rechten. Leggen rechten dan geen dure plichten op?
En zij denkt na over deze dissonante in het anders zoo klemmende, overtuigende betoog. Hoe zal zij die kunnen oplossen?
Het doet er niet toe, voor haar blijft de plicht der vrouw bovenaan, verzekerd als zij is dat slechts trouwe plichtsvervulling haar in staat zal stellen met wijsheid gebruik te maken van de nieuwe rechten, die zij zich verworven heeft en nog tracht te verwerven.