Kattenmoedertje.
Weinige woorden zijn bij deze plaat voldoende. De aardige voorstelling spreekt voor zich zelf; dat allerliefste kind is de wereld rijk met haar poesjes. Zij heeft er in overvloed: de mand is vol, in haar hand draagt zij er een, om haar schouder staat er een te loeren, en een andere guit is druk aan het onderzoeken of de pop, die op den grond ligt, ook zoo'n kattenmoedertje in miniatuur is.
't Zou ons niet verwonderen of zij heeft dat nest jonge katten aan den dood ontrukt. Zij waren zeker reeds tot den waterdood veroordeeld, de arme beesten, maar zij heeft zoo lang bij moeder gevleid, dat het haar toegestaan werd zich met de kostbare vracht te belasten.
Zij zal er nu voor zorgen en zij is trotsch op haar gewichtige taak. De poesjes zullen het goed bij hun moedertje hebben, maar - zal haar het lot treffen, dat helaas! zoo dikwijls het deel is van werkelijke moeders, zullen de katten eens hun trouwe verzorgster met ondank beloonen?
Laten wij hopen dat zij dankbaarder zijn dan menschen, en het lieve kind door lieftalligheid haar zorgen vergoeden.