De invloed van het Noord-Duitsch element, zoowel op haar stijl als op haar levensopvatting, is dan ook niet te miskennen; zij is nergens zoo op haar plaats dan wanneer zij het leven in de Hansesteden beschrijft, met hun echte grootsteedsche burgertrots en vooroordeelen. Daar deze steden nooit een hof bezaten, missen zij de aristocratie des adels en daardoor ook het kruiperige dat den Duitscher tegenover zijn tallooze prinsen en prinsjes kenmerkt. Iedere familiekring, iedere kliek van vrienden of kennissen voelt zich boven de anderen verheven. Deze hebben meer geld, gene meer wetenschap, deze is wat ouder, die heeft wat minder vooroordeelen, en zoo meer. Bijna ieder hunner heeft een familielid over den oceaan, en dat verruimt hun blik en geeft iets grootsch en koens aan hun levensopvattingen. Maar naast deze grootheid schuilt veel kleins, veel vooroordeel, gebrek aan belangstelling in kunst en literatuur en vooral groote ingenomenheid met zich zelf.
Bovendien brengt Boy-Ed haar personen in steeds nieuwe, verrassende omstandigheden, zoodat geen twee harer romans op elkander gelijken wat hun zoogenaamde fabel betreft.
Het strekt haar zeker tot groote eer dat die kolossale werkzaamheid op het gebied der letteren haar in de uitoefening harer moederplichten in niets heeft geschaad. De innigste vriendschapsband hecht haar aan haar kinderen, sedert zij volwassen zijn.
Jong blijven en de jeugd verstaan dat is volgens haar het geheele geheim der kinderopvoeding. Hoewel reeds 44 jaar oud, voelt zij zich toch nog jong en krachtig en in het volle bezit harer scheppingsphantasie; nergens is zij liever dan onder jongeren van jaren.
Van haar vier kinderen is haar dochter getrouwd, een zoon is zeeofficier, een andere artillerist, en de derde doet overzeesche reizen om ondervinding op te doen en betrekkingen aan te knoopen, ten einde later in de handelszaak van zijn vader te kunnen optreden.
Behalve in den aangenamen omgang met man en kinderen verheugt Ida Boy-Ed zich in een gezelligen vriendenkring, die de talentvolle vrouw met achting en liefde omringt. Haar medeburgers zijn trotsch op haar en geven er haar tallooze bewijzen van, die zij dankbaar aanneemt.
Zij heeft in Lubeck, haar vaderstad, waar zij nog steeds woont en dat zij slechts verlaat om jaarlijks groote reizen te maken, veel gedaan om in den prozaïschen geest der Hansestedelingen belangstelling te wekken voor muziek, tooneel en literatuur.
Van harte zullen zeker de talrijke vereerders en vereersters, die zij ook in ons land bezit, met ons hopen dat het deze begaafde vrouw gegeven mag zijn ons nog op menige smakelijke vrucht van haar rijp talent te vergasten.