II. De honden- en vogelenkoopman.
Omringd door een talrijk publiek staat op de markt een eigenaardig soort kooplui, kris en kras door elkaar, spuwend, kauwend, duwend en - biedend.
Zij hebben manden en doodkistachtige vogelkooien om zich en doen allen zeer onrustig.
Arm pluimgedierte! Daar zitten - neen hangen zij - die kippen, hanen en duiven in een mand saamgepakt, elkaar pikkend, bijtend - geen oogenblik in rust. Die onder of in de verdrukking is, wil boven, en is hij boven dan vindt hij nergens een veilig plekje om de pootjes neer te zetten.
Van tijd tot tijd wordt de klep van de mand opgelicht en een grove hand trekt er achtereenvolgens eenigen bij vlerken of pooten op niet zeer zachtzinnige wijze uit, toont ze den kooplustigen, beblaast of bespuwt ze - waarvoor is dat toch goed? - en stopt ze er weer in, of geeft ze in andere handen over.
Zelden is die andere hand zachter, maar meestal met een touw gewapend, dat om de pooten der dieren wordt gedaan, ten einde ze als een bos wortelen op den rug mee te sjouwen.
Meestal leven de beestjes niet lang, wat gelukkig is; het lijden is dan kort. Maar wat te zeggen van den jeugdigen opkooper, die een gedeelte van zijn waar in een zak stopt, de rest aan het koord van den zak hangt en zoo met die dieren soms uren op de markt blijft slenteren? Niemand verwondert er zich dan ook over, dat zoo af en toe een kip dood uit mand of zak wordt gehaald.
Een drankkelder, vlak bij de kooplui, geeft gelegenheid de zaken beter te bedisselen, zoodat men een voortdurend kelder-in-, kelder-uit-spelletje kan waarnemen. Pen, papier en inkt worden hier vervangen door jenever, welke tegelijk als kwitantie dienst doet. Een tweede borrel heeft de eigenaardigheid de plaats van een plakzegel te vervullen.
Konijnenooren moeten wel bijzonder taaie ooren zijn, want hoelang die dieren ook bij hun gehoororganen worden vastgehouden, nooit zag men hen zonder die versierselen op straat rollen of hoorde hen piepen van pijn. Ook bij dit gedierte schijnt een geheimzinnig geblaas en gespuw op de achterste ledematen te behooren, waarvan de beteekenis mij onbekend is. Ik sprak straks van vogelkooien en bedoelde daarmede de benauwde licht en lucht missende hokjes, waarin de stumpers aller stumpers bewaard worden. Men kan zich bijna elk dier in gevangen staat voorstellen, berustend in zijn lot, maar een vogel nimmer. Een vogel, beeld der onbeperkte vrijheid, meester over gansch de hemelruimte, reiziger om heel den aardbol, ach, welk lot valt hem ten deel!
Gevangen door menschen die weinig zachtzinnig zijn welk een merkwaardig ras zijn toch die vogelaars -, opgesloten in een vies hokje, dat in een benauwd vertrek staat, zoo sleept hij zijn bestaan voort, tot de een of ander vogelliefhebber die ellende verzacht door hem tehuis in eene zindelijke kooi te zetten en hem ruim van eten en drinken te voorzien.
Tusschen kippen, duiven en konijnen bewegen zich de hondenkooplui - man, vrouw of kind - die met een of meer exemplaren aan een touw, als vleeschelijke staartsterren tusschen de menigte heenglijden. De baan die zij beschrijven laat een onaangenamen reuk en meestal nog iets anders achter, tot zij met of zonder honden verdwijnen. Mij dacht, dat het aantal onbeheerde honden in eene stad zoo groot was, dat het waarachtig niet noodig zou zijn ze nog op de markt te moeten koopen. De ware hondenkoopman schijnt zich eveneens op de vermenigvuldiging zijner handelswaar toe te leggen, want menigmaal zagen wij hem met tal van belangstellenden gebogen over eene menigte van door elkander krabbelende, viervoetige zuigelingetjes.
Van tijd tot tijd gelukt het den een of anderen stumper uit zijn mand of de handen van zijn baas - en een lief baasje is hij! - te ontsnappen, maar de jacht, die dan op het beest gemaakt wordt, is ontzettend. Hollend, schreeuwend en jagend, vliegen eigenaar en belangstellenden over en tusschen alles wat op de markt uitgestald ligt. Arm beest! hijgend en blazend vliegt hij van het een naar het ander, tot hij ten laatste als een razende kater door eene dolle menigte aan alle kanten wordt gegrepen en haast uit elkander gerukt.