Amadeus, hertog van Aosta, en luitenant bij de Italiaansche marine. Ongeveer twee jaren geleden begon hij zijne tochten door de Alpen en reeds den eersten zomer beklom hij den Devanna, den Grand Paradis, den Mont-Blanc, den Col en Aiguille du Géant, den Col de Talèfre en den Matterhorn. Daarbij is het een liefhebberij, die zich niet uitsluitend tot de mannelijke leden van het koninklijke huis bepaalt. Er is niemand, die de Alpen zoo lief heeft als koningin Margherita van Italië. Geen overwerkt geleerde, geen vermoeid professor of onderwijzer kan met een vuriger verlangen naar zijne zomervacantie in de Alpen uitzien, dan koningin Margherita naar de hare.
Het was te Gressoney-St.-Jean, het voornaamste dorp van de Val de Dys, een vallei ten zuiden van de lieflijke Val d'Aosta in Piemont, dat wij de koningin van Italië voor het eerst op een harer uitstapjes in de bergen ontmoetten. Ofschoon dit dorp sedert verscheiden jaren het zomerverblijf der koningin is, wordt het weinig door de touristen bezocht, behalve door de Italiaansche, die beslag leggen op de twee eenvoudige, maar goed ingerichte hotels. Augustus is bij de Italianen de maand voor villeggiatura, en reeds in September zijn de hotels in de meeste Italiaansche badplaatsen geheel verlaten. Zoodra de eerste nachtvorst invalt, haasten zij zich de hooger gelegen badplaatsen vaarwel te zeggen, om zich naar hunne villa's bij Milaan of Turijn te begeven. De koningin is moediger; zij en haar gevolg houden het uit tot het midden van September. Het gevolg rilt van koude, maar koningin Margherita geniet volop van de rust en de stilte, die er in de bergen heerschen. Het is bekend, dat koning Humbert er, evenals zijn vader, zeer veel van houdt om in de Alpen te gaan jagen; en als hij zich naar zijn jachthuis te Aymaville, in de Val d'Aosta, of naar het jachtterrein van Cogne of Charvensod begeeft, trekt de koningin zich in het nabijgelegen Val de Lys terug en maakt naar hartelust uitstapjes in de bergen. Hier is zij zoo vrij als een vogeltje in de lucht, hier houden alle praal en étiquette op. Het landvolk vergoodt haar. Gedurende de zeven weken, dat koningin Margherita te Gressoney verblijf houdt, kleedt zij zich dikwijls in het kostuum der dalbewoonsters, dat (zooals trouwens de kleederdrachten in de meeste Italiaansche dalen) zeer bevallig en schilderachtig is en menige vrouwelijke bezoekster der streek er toe gebracht heeft tegen het tiende gebod te zondigen. Dit kostuum bestaat uit een helder rooden, lakenschen rok, die in ruime plooien neervalt en tot de enkels reikt, een keurslijf van dezelfde stof over een wit linnen chemisette
met wijde mouwen - die overeenkomstig den smaak of de middelen van de draagster met borduursel afgezet zijn - en een zwart kanten haartooi, kwistig met zilveren spelden versierd. Opmaaksel en kleuren zijn bij rijken en bij armen geheel gelijk, maar aan het borduursel en aan de spelden kan men zien of zij tot den gegoeden of tot den behoeftigen stand behooren; vooral op zon- en feestdagen maakt de kleeding der rijke vrouwen en meisjes eene zeer goede vertooning. De gehuwde vrouwen dragen soms ook zonderlinge, helmvormige of driekantige kapjes, met goud of zilver geborduurd, die gewoonlijk van geslacht tot geslacht zijn overgegaan; deze bewaren zij slechts voor zeer zeldzame gelegenheden, zooals bijv. in 1889, toen er eene officieele begroeting van de koningin door de vrouwen uit de vallei plaats had.
Den vorigen zomer was het dorp ook ‘en fête’ - want op den 17en Augustus had de plechtige opening plaats van de hut, welke de Italiaansche Alpenclub op den hoogsten top van den Signal-Kuppe (naar zijn eersten ontdekker, een priester uit Alagna, ‘Punta Gnifetti’ genaamd) had laten oprichten. De koningin besteeg, opzettelijk voor deze gelegenheid, met hare twee hofdames den berg, om de plechtigheid bij te wonen.
De hut is zeer soliede gebouwd en wordt tegen de koude beschut door een dubbel dak en dubbele bevloering. Zij heeft ten doel de wetenschappelijke onderzoekingen, zoowel als het gemak der touristen te bevorderen. De vertegenwoordigers van de Italiaansche Alpenclub wachtten de koningin bij de hut af en verwelkomden haar namens de club als haar meest illustre lid - ‘prima alpinista d'Italia’. De naam ‘Capanna Regina Margherita’ werd er vervolgens aan gegeven, waarna de geestelijke uit Gressoney-St.-Jean de Mis las. In het dal werden verscheidene geweerschoten gelost en het dorp was in feestdos, toen de koningin den volgenden morgen terugkeerde, na den nacht op den berg te hebben doorgebracht.
Baron Peccoz, die verscheidene villa's en jachthuizen in het dal bezit, stelt zijn nieuwe palazzino te Gressoney-St.-Jean ter beschikking van de koningin. Zij heeft drie vertrekken in gebruik - een slaapkamer, een boudoir en een zitkamer. De slaapkamer komt uit op een ruim balkon, waar het licht door jalouzieën getemperd wordt en waar zij zich in de morgenuren bij voorkeur ophoudt.
Op de steile berghelling heeft de baron een klein houten zomerhuisje laten zetten. Ook dit is 's morgens een heerlijk, schaduwrijk toevluchtsoord, en hier is het dat de koningin hare correspondentie afdoet en zeer dikwijls schetsen maakt. Het palazzino staat aan de eene zijde van de rustieke brug, welke den bergstroom overwelft en bijna tegenover de kerk met de daarbij behoorende kloosters. Hier voegden wij ons op een Zondagmorgen bij het groepje boeren, die zich verzameld hadden om de koningin naar de kerk te zien gaan. Het was een aardig gezicht; kalm en zonder eenige praal trok de kleine stoet voorbij, terwijl de priester, in zijn wit gewaad en met het wijwatervat in de hand, in de poort stond om de koningin te verwelkomen en haar te zegenen.
In de villa van baron Peccoz is geen ruimte genoeg voor het geheele gevolg. Daarom logeert het grootste gedeelte in het Pension Delapierre. Een der vorige zomers hielden wij toevallig in hetzelfde hotel verblijf als enkele personen die tot het gevolg behoorden - en hunne tegenwoordigheid verhoogde de gezelligheid niet weinig. Maar zulk een onvermoeiden