schuilplaats aan de voorbijgangers. Maar in onze noordelijke landen werden deze overhangende gevels en arcaden afgeschaft toen steen en cement het hout vervingen.
Eenige pronkstraten in moderne steden hebben zulke arcaden, waarvan de Rue de Rivoli in Parijs en de Piazza St. Marco in Venetië wel de voornaamste zijn. Een andere soort van deze overdekte gangen zijn de met glas bedekte galerijen met winkels aan weerskanten, waarvan de Galleria Vittorio Emanuele in Milaan wel de voornaamste is. Ook wij bezitten zulk een galerij rondom den tuin van het Paleis voor Volksvlijt in Amsterdam.
Het is eigenlijk te verwonderen dat deze aangename en veilige wandelplaatsen niet veelvuldiger in de moderne grootere
via del borgo, pisa.
en kleinere steden voorkomen, maar zij hebben evengoed hun lusten als hun lasten. Zij leveren des nachts schuilplaatsen op aan bezoekers van allerlei twijfelachtig gehalte, en de winkeliers beklagen zich dat er zoo weinig licht door de arcaden in hun vertrekken valt. Eenige noord-europeesche steden hebben nog haar oude arcaden; maar het blijven daar toch uitzonderingen. Het Noordsche licht is te flauw dan dat men nog zou trachten zijn stralen te onderscheppen.
Noord-Italië daarentegen heeft ze bijna alle nog bewaard. Rome is er er zeer arm aan. Florence kan op niet veel meer bogen dan op haar beroemde Loggia di Lanzi. Misschien was het een quaestie van mode en smaak dat men ze opruimde en in andere steden liet bestaan.
Bij den ingang van Italië in Lugano ziet men een fraai voorbeeld van arcaden, dat ruimschoots tegen de leelijkheid der huizen opweegt. Als men Italië over Genua nadert dan treft men er een zeer interessante arcade aan van ongewonen vorm. De groote oude huizen langs de kade staan langs een zeer somberen en onregelmatigen weg, die door arcaden begrensd is. De bogen zijn meest gevuld met kleine winkels, op trappen naar de kamers boven, en het licht moet er van het dak in vallen.
Onophoudelijk vult een menigte wandelaars van elken stand en soort dezen wandelweg; dokwerkers en zeelieden maken echter de meerderheid uit. Buiten is de groote, breede kade, met haar treinen en vrachtwagens, schepen, oude gebouwen en oude pieren, beschenen door den warmen zonneschijn, alle eigenaardigheden van een Italiaansche zeehaven. Hier binnen de koele schaduw met een menigte dingen hoogst interressant voor de vreemdelingen.
Bologna staat aan het hoofd van alle steden, wat arcaden betreft, en wordt niet zonder reden ‘de stad der arcaden’ genoemd. Padua volgt met haar arcaden dan in de rij; maar deze zijn druk aan het verdwijnen onder de handen van moderne architecten.
Van hetzelfde type en misschien nog beter bekend bij de touristen zijn die van Pisa, dat misschien meer bezocht wordt wegens haar kerk, toren en Campo Santo dan eenige andere tweede-rangs-stad van Italië. De straten zijn buitengewoon zindelijk en net, en de sombere, vreemde kolommen met haar verschillend gebeeldhouwde kapiteelen, steunen een rij van bogen, die de huizen daarboven dragen.
De zon dringt slechts gedurende een of twee uren in deze koele wandelwegen door, en de regen, waarvan Pisa ruimschoots haar deel ontvangt, is in deze straten zoogoed als geheel onbekend.
Onder de kleinere steden hebben de arcaden in Brescia een allerbekoorlijkst ouderwetsch voorkomen. 't Is te verwonderen dat deze kolommen na jaren van verwaarloozing zoo weinig schade hebben ondervonden. Iedere winkelier of stalhouder slaat er spijkers of haken in om er zijn jas of hoed aan op te hangen, en nog zijn zij even mooi en degelijk, terwijl hun bouwmeesters sedert eeuwen vergeten rusten in het verafgelegen Campo Santo.
Cafés vindt men ieder oogenblik in deze overdekte gangen. Eenige van de meest bekende uit het zuiden zijn in deze arcaden gevestigd zooals in Nice en Venetië. Aardig bedacht is zulk een inrichting op de Piazza delle Erbe in Verona; daar heeft men aan de oostzijde van het