kon weer rouw dragen over haar grootste en schoonste sieraad.
Millais werd den 8en Juni 1819 in Southampton geboren uit een oude familie van Jersey. In 1835 vestigde zich zijn familie te Dinan in Fransch Bretagne en hier vertoonde zich voor het eerst zijn groot talent in teekenen. Toen hij acht jaar oud was, won hij met zijn schetsen reeds de zilveren medaille, door de Societé des Arts uitgeloofd. Zijn gelukkige ouders zonden zijn werk ter beoordeeling aan den toenmaligen president der Koninklijke Academie te Londen, die niet gelooven kon dat deze teekeningen het werk waren van zulk een jong kind, en zijn ouders ten warmste aanbeval zulk een talent te ontwikkelen. Als man hield Millais de beloften van het kind; zijn leven was een bijna onafgebroken lange triomftocht. Hoewel er ook een tijd was dat hij met miskenning en armoede te strijden had, bleef hij toch zijn originaliteit bewaren, trachtte zich vrij te houden van alle conventie en dwong zelfs zijn grootste bestrijders met hem te rekenen en later zijn werk te bewonderen.
Hij was ten hoogste dramatisch in zijn opvattingen, en zijn gevoel voor kleur was zoo goed als eenig in Engeland, zijn teekening krachtig, zuiver en geestig. Ook als portret-, landschap- en bloemenschilder was hij hoogst verdienstelijk. Misschien ontbraken hem nog 't meest gevoel en verbeelding, waardoor hij te kort schoot in meer verheven onderwerpen.
Wij geven hier de afbeelding van een zijner krachtigste, symbolische figuren, de Dood, de groote Maaier, kloppend aan de deur van het huis, waaruit hij zijn prooi wil rooven. In verband met Millais' eigen sterven, verkrijgt thans deze voorstelling een diep tragische beteekenis.