De Huisvriend. Jaargang 1896
(1896)– [tijdschrift] Huisvriend, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 102]
| |
O, die rozen, wat zij haar niet zeggen, hoeveel hebben zij haar niet toe te fluisteren! Blijde hoop, zoete verwachting, de mooiste illusiën. En wie ze haar zond, ja, zeker van avond zal hij den eersten dans met haar mogen dansen; dat heeft hij dan ook wel verdiend! Wij zien den glimlach reeds waarmede zij hem beloont. Morgen zullen de geurige rozen reeds beginnen te verwelken, maar de hoop, die zij in haar hart deden bloeien, zal die ook hun voorbeeld volgen? Is ook zij bestemd te verflensen, of wel wordt zij eens werkelijkheid - heerlijke, schoone werkelijkheid - dat wil zeggen het geluk van twee levens? Ja, die bloemen hebben een eigen taal, en niemand verstaat ze zoo goed als het lieve meisje in baltoilet, dat zich over hen heenbuigt en luistert naar hetgeen zij haar zeggen. |
|