Vaders bier.
Die begint al vroeg! Als die tien jaar verder is, zal hij 't Vader in bierdrinken niet toegeven. Kijk die oogen vol begeerlijkheid, die dorstige keel, die heele houding, zoo duidelijk verradend hoe hij geniet; voor hem is bier, evenals voor zijn vader, broers, ooms, ja misschien wel moeder en zusters, de nectar bij uitnemendheid; en die liefhebberij zal hem bijblijven en menig dubbeltje kosten in zijn leven.
Bier is een onschuldige drank, beter in elk geval dan jenever; maar toch elke overdaad schaadt, en zooals dat jonge mensch zich met lichaam en ziel overgeeft aan het genot van den drank, is het niet moeilijk te voorspellen, dat hij eenmaal een hartstochtelijk bierdrinker zal worden. Moge het hem nooit berouwen! Men gunt hem graag een hartigen dronk, maar de rechte weg ligt, als overal, juist in 't midden.