Die eene jonge haan echter volgt met de grootste spanning het tweegevecht; hij staat daar zoo strijdlustig en wakker, zoo ridderlijk hadden wij haast gezegd, of hij den grootsten lust had ook mede te doen en zijn sultane favorite kijkt er ook met veel belangstelling naar, misschien ook maar omdat de beminde van haar hart er zooveel plezier in heeft.
De dames kalkoenen staan op een afstand en maken een geweld als een oordeel! Misschien is de strijd wel om een harer ontbrand, want in den kippenloop, evenals in de menschenwereld, is het de eerste vraag altijd: ‘Waar is de vrouw?’
De schilder heeft alleraardigst en geestig dit tafereeltje weergegeven; hij heeft vogels afgebeeld, maar hun de hartstochten gegeven van menschen, en dit schenkt aan dit gevecht van kalkoenen een hoogere, intiemere beteekenis.