levering vermeldt alleen, dat Arabieren haar eerste oprichters zijn geweest.
Zelfs bij het verval van Egypte's grootheid, nadat Perzen, Grieken en Romeinen haar beurtelings verwoest
De naald van Cleopatra, thans te New-York.
hadden, was de Zonnestad nog steeds in het bezit van haar ouden roem, en al waren vele van haar monumenten in puin gestort, zoo kon zij nog altijd roemen op haar priesterscholen, waarin vooral de sterrenkunde werd geleerd en die zelfs door vele buitenlandsche leerlingen werden bezocht.
De reizigers uit dien tijd, wier reisverhalen ons zijn overgebleven, ontvingen een machtigen indruk van de talrijke obelisken, die Heliopolis sierden; men verhaalde zelfs dat de grond der Zonnestad door obelisken verlicht werd. Zulk een uitdrukking klinkt tamelijk sterk, maar het is toch een feit dat men, hoewel langs een omweg, volkomen bevestigd vindt.
De Zonnestad zou zeker den bezoeker een groote teleurstelling bereiden, indien het Oostersche landschap rondom en het schitterende licht der zon hem niet de ziel verrukten; er is niets overgebleven van den heerlijken Zonnetempel, de obelisken en andere gedenkteekenen die haar versierden. Een enkele obelisk van graniet verheft alleen haar ontzagwekkende massa omhoog, als verveelde haar de moderne wereld aan haar voeten, bestaande uit een korenveld door een aarden wal omgeven; uit de hiërogliefen op haar vier wanden, die de wetenschap ontcijferde, wordt men ook niet veel wijzer. Niets verraadt ons haar bestemming; wel wordt ons verhaald dat zekere koning Oefertisen haar oprichtte ter eere van zijn dertigjarig regeeringsfeest en ook dat zij zoowat veertig eeuwen geleden haar eersten geboortedag vierde, maar overigens blijft onze nieuwsgierigheid onbevredigd.
Het schijnt dat de Egyptische koningen de obelisken slechts paarsgewijze oprichtten, en wel steeds aan weerskanten van den ingang der tempels. Ook dit steenen uitroepingsteeken moet, volgens Arabische geschiedschrijvers, zijn kameraad hebben gehad. Zelfs wordt van deze verhaald dat zij een koperen kap op haar top gedragen heeft, die de toenmalige vorst van Egypte liet wegnemen, denkende dat hij van zuiver goud was. Toen hij zijn vergissing inzag, liet hij er maar koperen munten uit slaan.
En waar zijn alle andere obelisken gebleven die de Zonnestad eens versierden? Zij werden van daar weggenomen en naar alle windstreken verstrooid. De obelisken van Rome en Constantinopel zijn van On afkomstig en de beide van Alexandrië (de zoogenaamde Naald van Cleopatra en haar daarnaast liggende zuster) werden in het jaar 12 vóór Christus aan hun oorspronkelijke plaats ontrukt, op de Egyptische kust geplant, om later naar Londen en New-York te worden overgebracht.
De latere obelisken zijn spraakzamer dan de oude, en de wetenschap zegt hen dank er voor, want daardoor is 't ons mogelijk geworden nadere bijzonderheden mede te deelen aangaande het doel dezer geweldige steenmassa's.
Zij waren aan den dienst der zon gewijd; hun spitsen waren met goud bekleed en schitterden in de verte door het licht der zon; voor den zonnetempel sierden zij de hoofdingangen bij paren. In dezen tempel werd ook de vogel Phoenix vereerd, evenals een boom, door de Grieken Persea genaamd, en die thans in Egypte uitgestorven schijnt te zijn.
Reeds Plinius maakt melding van de obelisken als aan den Zonnegod toegewijde monumenten. Het woord obelisk is van Griekschen oorsprong en afgeleid van Obelos, d.w.z. braadspies; de gelijkenis tusschen de oud-Egyptische zuilen en de bij de Grieken gebruikelijke braadspiezen gaf aanleiding tot deze zonderlinge benaming. Later noemden de Arabieren hen ‘Naalden’, ook om hun gelijkenis met dit naaiwerktuig.
In de Egyptische taal gaf men aan de obelisken verschillende namen, waarvan het woord ‘
Ben’ vooral de aandacht verdient, daar het beteekent den wederkeerenden lichtstraal; ook de vogel Phoenix werd
Ben genaamd. Deze gold
Pharao het licht aanbiddend.
bij de oud-Egyptenaren voor een zinnebeeld van het opkomende licht, daar hij, naar het heette, uit Arabie - d.w.z. het Oosten - naar Egypte trok om in de Zonnestad den vuurdood te sterven.
Vandaar dus dat het woord ‘Ben’ tegelijk tempel en obelisk beduidt. Ook wordt daarmede de vorm der pyramiden aangeduid, gelijk zij als driehoek in hiërogliefenschrift