Een visioen van goud.
Met drie afbeeldingen.
In het Engelsche blad ‘The Standard’ van den 2en October 1894 kwam een paragraaf voor uit een testament, waarin de erflater zijn kapitaal (3,000,000 p. st.) nogzeven jaren rente op rente liet zetten, vóórdat zijn gelukkige erfgenaam, een achterneef, daarvan bezit mocht nemen.
Deze benijdenswaardige sterveling ontving den 9en October 1894, toen die zeven jaren verloopen waren, een som van 4 millioen pond sterling, want het door zijn liefdevollen oom nagelaten kapitaal was in die jaren aldus aangegroeid.
Wie het niet gelooft kan het narekenen, en wie het eens wil probeeren mag het ook doen, maar niet iedereen heeft 3,000,000 pond bij de hand en ook geen drie ton, zelfs geen dertig duizend; gemakkelijk had hij echter een aardig kapitaaltje kunnen hebben, als iemand maar de goede gedachte
De weg van goud van de aarde naar de zon.
had gehad om, toen hij geboren werd, laat ons zeggen in 1860, een armzalige 1000 pd. voor hem te beleggen à 5%, dan waren deze aangegroeid tot 5000 pd. st., dus ook een niet te versmaden bezitting van zestig duizend gulden. Maar aangezien men niet zoo vriendelijk geweest is, dat bijtijds te doen, zullen wij een anderen grondslag voor onze berekeningen kiezen en niet meer of minder daarvoor nemen dan.. een stuiver!
Maar men moet dien stuiver tijd laten om zich te vermeerderen; onder deze voorwaarde zal deze enkele stuiver of vijf centen het middel zijn om de geheele wereld welvarend niet alleen, maar rijk te maken.
Op een datum, door ons vast te stellen, zal er geen armoede meer zijn, geen wanhopende worsteling om geld, geen verkwisten en geen bederven van het goede, dat in ons is door onmachtig verlangen naar goud. - De alchimisten uit de middeleeuwen zijn overtroffen; wij doen geen goud, geen zilver, geen juweelen, geen menschenbloed meer in de smeltkroes, niets anders dan een... stuiver.
Hiervoor is alleen noodig dat wij dien stuiver aan goede handen toevertrouwen en rente op rente zetten, tegen 5 pCt. gedurende duizend jaar, waarna wij het aldus aangegroeide kapitaal ten geschenke zullen geven aan het menschdom.
Tegen het einde van dezen tijd (2895 na Christus) zullen er naar onze berekening omstreeks 220,000 millioen menschen in de wereld zijn en onze stuiver zal dus aangegroeid zijn tot 6,443,000,000,000,000,000 pd. st. of 77,316,000,000,000,000,000 gulden, en dat zal voor ieder levend mensch een niet onaardig geschenk wezen van omstreeks 300 millioen gulden; zoodat ieder mensch dan 300maal millionair zal zijn, een resultaat alleen verkregen ten koste van een stuiver.
Dit is om van te duizelen; maar laat ons nu zien, wat er gebeurd zou zijn als de moderne Toovenaar, Interest-op-Interest genaamd, zich 1895 jaar geleden met een enkelen stuiver in zijn tooverketel aan het koken had gezet.
In 1891 heeft men de bevolking der aarde berekend op 1480 millioen menschen; op dien grondslag voortgaande, zullen wij er zoo ver niet af zijn, wanneer wij de hedendaagsche bevolking der wereld op 1500 millioen personen stellen.
Als nu in het jaar I na Christus een man gewenscht had door de latere eeuwen te worden begroet als de algemeene weldoener der menschheid, zou hij zijn wensch hebben kunnen vervuld zien door eene som, gelijkstaande met een stuiver, tegen 5 pCt. interest op interest te zetten.
Wie nu eenigszins bekend is met logarithmen, kan onze