Moederzegen.
De lang verwachte dag is daar, het uur zoo vurig gewenscht, de dag harer bruiloft. Nog weinige oogenblikken en aan de hand van haar echtgenoot zal de dochter het huis verlaten, waarvan zij de zon, het licht was. Het bruidskleed versiert haar reeds, de sluier omhult haar en de jonkvrouwelijke krans siert haar lokken, een nieuw leven gaat voor haar beginnen in haar oog, een leven van geluk, van vreugde, van liefde, maar als het tijd is te scheiden van het verleden om de toekomst, hoe schoon ook, in te gaan, aarzelt zij, een duistere angst vervult haar, een droevige twijfel zet zich vast in haar hart.
Zal zij ooit zoo gelukkig worden als zij 't was tot nu toe? Zoo gelukkig, dat zij niet eens wist dat het geluk heeten mocht? Vrij van zorgen, omringd door de liefde eener teedere moeder, die elk steentje van haar weg raapte, voelt zij het nu opeens en nu weet zij ook hoe groot, hoe edel en onzelfzuchtig de liefde was dier moeder en hoe zij in kinderlijke lichtzinnigheid die dikwijls miskende; ja, nu zij die atmosfeer der ouderlijke woning gaat verlaten, nu die liefde niet meer zoo uitsluitend haar deel zal zijn, nu zij die geruild heeft tegen een andere, kent zij eerst haar vollen omvang.
Een vrij oogenblik blijft haar over vóór dat hij komt, de bruidegom, en zij treedt de kamer harer moeder binnen, zij knielt voor de voeten der oude vrouw en snikt: ‘Moeder, uw zegen! O, ik voel thans, wat ik u dank!’ En de moeder sluit haar kind in de armen, ja, zeker! zij wil haar zegenen, dat die zegen haar kracht schenke en steun! want beide heeft de jonge bruid noodig en haar eigen huwelijksleven met zijn zonneschijn en zijn stormen trekt haar voor den geest, met het verlies harer illusiën en met den troost, dien zij nog in de werkelijkheid vond.
Haar kind zal gelukkig zijn, zij gelooft het vast, zij weet aan wien zij haar schat toevertrouwt; maar toch, haar liefde zal zij moeten missen, zij zal die slechts uit de verte kunnen bewijzen, zij mag het niet anders en zij wil het ook niet. Uit vrije beweging trekt zij zich terug en het laatste, dat zij haar dochter mee-