David Teniers de jongere.
David Teniers was de zoon van den verdienstelijken Antwerpschen schilder van dien naam, wiens roem hij echter verre overtrof. Als schilder en graveur is hij een der grootste sieraden der Vlaamsche school.
In 1610 te Antwerpen geboren, ontving hij de lessen zijns vaders en studeerde hij verder onder leiding van Rubens en Brouwer. Hij bekleedde de waardigheid van deken van het St. Lucasgilde van 1644-45 en huwde in 1637 Anna, een dochter van den schilder Breughel, bijgenaamd den Fluweelen. Aartshertog Leopold Willem benoemde hem tot hofschilder en Christina van Zweden schonk hem een gouden keten. Koning Philips IV van Spanje schatte hem zoo hoog dat hij een afzonderlijke galerij inrichtte voor zijn schilderstukken, en diens zoon Don Juan ontving van hem les in de schilderkunst.
Op zijn kasteel De Drie Torens bij Perck tusschen Vilvoorde en Brussel ontving hij het bezoek van vele aanzienlijke mannen en werkte hij daar onafgebroken voort. Zijn werkzaamheid was buitengewoon; hij vervaardigde meer dan 200 kopergravures naar de grootste meesters uit de verzamelingen van den aartshertog, en schilderde zijn talrijke tafereelen uit het Vlaamsche volksleven die zich alle onderscheiden door fijn en helder koloriet, prachtige lichteffecten en levendigheid van voorstelling.
Vooral ook maakte hij zich verdienstelijk door de oprichting der Antwerpsche schilder-akademie, waaraan zoovele beroemde kunstenaars hun opleiding mochten ontvangen. In Juli 1663 gaf de koning van Spanje op zijn aandringen het octrooi tot het stichten dier school. Na den dood zijner eerste vrouw hertrouwde hij met Isabelle de Freu, een dochter van den secretaris van den Raad van Braband en werd in 1680 tot den adel verheven.
Tengevolge van een proces moest hij zijn vorstelijk leven vaarwel zeggen en was zelfs genoodzaakt zijn kasteel te verkoopen. Hij stierf den 25en April 1690. Bij het vieren van het tweede eeuwfeest van het bestaan der Akademie werd een monument te zijner eer onthuld.
Zijn talrijke schilderijen, waarvan wij hier een als gravure bijvoegen zijn door geheel Europa verspreid. Vele museums beroemen er zich op, werken van dezen meester te bezitten, wiens naam onmiddellijk na dien van Rubens en van Dijck verdient genoemd te worden.
Hij vormde verscheidene bekwame leerlingen, onder wie zich ook zijn zoon David bevond, de derde Teniers van dien naam.