geweest zijn zelfs toen zij jong was, zoo lang geleden. Rex was ook niet mooi en hij was vijftien jaar jonger dan zijn zuster, maar hij had iets gedistingueerds over zich dat haar reeds bekoorde op den eersten avond dat zij hem zag op het Engelsche ambassadebal in Rome.
't Was heel gauw in zijn werk gegaan en juist zes weken na die eerste ontmoeting was Signorina Valérie del Lucia eenvoudig mevrouw Hamblin geworden. Valérie's gedachten hadden de gewoonte bij sprongen voort te gaan en terwijl juffrouw Hamblin haar koffie inschonk, dacht zij met eenig welgevallen er aan dat er toch wel voorrechten waren in het huwelijksleven, wanneer het elegante morgenjaponnen als deze met zich bracht, en tooverachtige costumes van Worth, in plaats van de eene japon per seizoen, waaraan een handige meid niet altijd een aanzien van nieuwheid kon geven; daarbij natuurlijk Rex, die heel aardig was en -
Op dit punt harer gedachten gekomen merkte zij dat het kopje koffie haar was overgereikt en dadelijk begon zij over het ontbijt en over de partij van gisteren met evenveel vuur te praten.
‘Weet je wel, Rex,’ zeide zij, ‘dat je mij gisteravond zoo naar huis hebt gehaast, dat ik geen tijd had Guido goedennacht te zeggen?’
‘Was je broer er ook?’ vroeg juffrouw Hamblin.
‘Ja, hij was de ziel en het leven der heele partij als gewoonlijk! Je moet weten, Kate, toen wij kinderen waren was ik gewoon te zeggen dat ik hem zou trouwen als wij groot waren, omdat hij mooier en knapper was dan alle mannen, die ik ken, de beste Guido! Wat een flinke man is hij! Er zijn er niet veel zoo!’
De heer Hamblin rukte ongeduldig aan zijn stoel.
‘Ik begrijp maar niet, Rex, dat je niet kunt opschieten met Guido; hij is toch zoo gemakkelijk te voldoen, die beste jongen, maar 't schijnt dat je tweeën...’
Juffrouw Hamblin viel snel in het gesprek.
‘Wie anders waren er bij Lady Meredith, Valérie?’
‘O je zult de heele lijst in de courant zien! Maar zooals altijd, de eenige persoon, die ik wilde zien, was er niet.’
‘En wie was dat?’
‘Mevrouw Lascelles.’
Rex en zijn zuster keken elkander aan.
‘Mevrouw Lascelles?’
‘Ja, Guido stelde haar laatst in het Park aan mij voor. Zij is bepaald allerliefst en een groote vriendin van hem.’
Juffrouw Hamblin rinkelde zenuwachtig met de kopjes en Hamblin wierp zijn servet zoo ongeduldig weg, dat het een paar van zijn geopende brieven op den grond wierp; een enveloppe viel voor Valérie's voeten, zij bukte en raapte die op.
‘Rex, van wie is dat?’ vroeg zij nieuwsgierig, het fijne damesschrift beziende.
Hamblin fronste zijn wenkbrauwen.
‘'t Is een brief over zaken,’ zeide hij kortaf.
‘O,’ en Valérie was op het punt hem neer te leggen, oen haar oog het vergulde monogram S.L. opmerkte. ‘Ik wist niet dat menschen van zaken op zulk papier schreven, dat doen zij niet in Italië,’ voegde zij er haastig bij, en toen zich wendend tot Kate, altijd nog met de enveloppe in de hand: ‘Guido bracht mij toch een boodschap van mevrouw Lascelles; zij wil mij hebben om mee te doen in een paar tableaux-vivants, die zij den 12en van de volgende maand laat opvoeren. Ik mag mijn eigen personen kiezen en doen wat ik wil. Is dat niet heerlijk?’
‘Wat heb je geantwoord?’
‘Beste Kate, dat ik 't dolgraag deed!’
Rex keek op.
‘Ik hoop niet, dat je dat meent, liefje!’
‘Waarom?’
‘Omdat ik je onmogelijk kan toestaan iets van dien aard te doen.’
Valérie staarde hem verbaasd aan.
‘Maar ik zeg je, dat ik reeds aangenomen heb; 't idée trekt mij aan en ik ben niet van plan het op te geven,’ voegde Valérie er beslist bij.
‘Lieve kind! Laat mij dat voor je beslissen. Je kunt onmogelijk deelnemen aan die tableaux van mevrouw Lascelles.’
‘En waarom niet?’ vroeg Valérie driftig, verbitterd door de ongewone tegenspraak.
‘Omdat mevrouw Lascelles geen vrouw is, die ik gaarne in je gezelschap zie.’
Valérie bloosde hevig.
‘Zij is de vriendin van mijn broer.’
‘Juist,’ hernam Rex op een toon, waaruit heel veel sprak.
‘Rex! hoe kun je zulke dingen insinueeren? Guido zou niet willen dat ik in kennis kwam met iemand, die niet net was. Hij vroeg mij zoo dringend de vriendin te worden van mevrouw Lascelles en ik wil alles doen om hem tevreden te stellen.’
‘Lieve Valérie,’ begon Rex maar zij viel hem haastig in de rede.
‘Je bent jaloersch op Guido, jaloersch omdat hij er zooveel beter uitziet en zooveel aardiger is dan gij! Ik heb 't al gemerkt sedert hij in Londen is. Ik wil niet hebben dat men mijn broer beleedigt en zijn vrienden, en ik zal van middag mevrouw Lascelles een visite maken.’
‘Je zult dat niet doen, Valérie,’ sprak Rex op een toon, die nieuw was voor zijn vrouw. ‘Die vrouw is het praatje van de stad en ik wil niet hebben dat je met haar samen genoemd wordt. De naam van Stella Lascelles is in ieders mond.’
‘Stella Lascelles! S - L!’ riep Valérie uit, wier oogen naar de enveloppe dwaalden, ‘en haar brieven zijn in ieders zak, denk ik. Nu begrijp ik waarom je niet wilt dat ik haar ontmoet.’
‘Valérie!’ riep Kate waarschuwend.
‘Laat mij begaan, Kate!’ zeide zij ongeduldig, haar gelaat doodsbleek, haar oogen gloeiend. ‘Denk je dat ik zoo'n kind ben om niet te begrijpen wat hier gaande is?’
‘Je spreekt zulken dwazen onzin dat het de moeite