boden zoowel voor een hooge brug als voor een tunnel ongunstige omstandigheden aan en een draaibrug zou het verkeer over land bij het losdraaien geheel gestremd en daarbij ook het waterverkeer niet weinig gestoord hebben.
Men besloot dus een klepbrug op te richten, die echter zulke groote afmetingen bezat als tot nu toe nog niet waren voorgekomen en daarom buitengewone bewegingswerktuigen moest bezitten, en daardoor ook het voordeel bezat, zich op gemakkelijke wijze te verbinden met een hooge brug voor het verkeer der voetgangers.
In 1878 werd zulk een plan door Jones and Barry opgemaakt en na verschillende wijzigingen ten slotte in het jaar '85 door het stadsbestuur aangenomen.
Zoo was men eerst voornemens, het opheffen en neerdalen der beweegbare brugkleppen door kettingen te doen plaats hebben, een inrichting, die echter, om een sneller en betere beweging te verkrijgen, vervangen werd door hydraulische machines.
de nieuwe towerbrug in londen.
Verder is de hoogte van den doorrit en de wijdte der middelopening, vergeleken bij die van het eerste plan, aanmerkelijk vergroot.
John Wolfe Barry, die na den dood van zijn medewerker de uitvoering alleen in handen kreeg, heeft nu op de volgende wijze het bouwwerk ingericht.
De openingen van 100 Meter wijdte, aan beide kanten der landzijde, worden door stijve kettingen gedragen. Deze kettingen, van onsymmetrischen vorm, zijn aan de landzijde op de gewone wijze geankerd, terwijl de middelste verbinding door de hooge voetgangersbrug wordt gevormd.
De geheele draagconstructie is uit staal vervaardigd, evenals de land- en stroompijlers, die allen om schoonheidsredenen, ter verlevendiging van het stadsbeeld en om met den ouden, donkeren, in de nabijheid staanden Tower te harmonieeren, met muren ombouwd werden. Hierbij is natuurlijk wegens de veerkrachtige beweging aan het draagwerk, iedere vaste verbinding daartusschen en de ommanteling vermeden.
De 67 Meter wijde opening tusschen de stroompijlers wordt nu van onder op voldoende hoogte boven het water, door de beweegbare kleppen overspannen, om de kleine schepen door te laten, en in gesloten toestand door een breede en gemakkelijke straat overbrugd.
Bij de opening der beide kleppen is wel is waar het verkeer der voertuigen gestremd, de voetgangers daarentegen kunnen over de trappen en liften in de pijlers gemakkelijk langs de bovenste verbindingsbrug hun weg voortzetten.
De onderzijde dezer voetgangersbrug ligt 47 Meter hoog boven den waterspiegel en verleent aldus aan de zeeschepen met de hoogste masten vrije doorvaart. De onderste brugkleppen, die het belangrijke gewicht van 1200 tonnen bezitten, kunnen, ook bij den zwaarsten storm, door de met twee stoompompen van 700 paardenkracht gedreven machines snel en zeker geopend en gesloten worden. Zij draaien om horizontale, sterke assen en zijn ter vergemakkelijking van de beweging binnen de holle pijlerfondamenten verlaagd en door e tegengewichten in evenwicht gebracht.
De bouw der brug is op waarlijk geniale wijze geschied. Na de legging der fondamenten, die ook bij de stroompijlers ondanks de kolossale afmetingen daarvan geen moeilijkheden bood, werden eerst de pijlertorens opgezet.
De verschillende kosten van dit bouwwerk, waartoe 1200 tonnen ijzer noodig waren, hebben volle tien millioen gulden bedragen, een aanzienlijke som, die echter wel noodig was wegens de moeilijkheden van het bouwen, den aanleg der machines en de rijke architectonische versieringen.
Het bouwwerk biedt een zeer indrukwekkend gezicht aan, dat in zeer aangename harmonie is met de omgeving en waarbij zooveel mogelijk rekening is gehouden met de wenschen van alle belanghebbenden.
De opening der brug had den 27en Juni van dit jaar plaats.