Liefdesgefluister.
Muzzioli heeft zeker Alma Tadema tot voorbeeld willen nemen; de lauweren van onzen beroemden landgenoot schenen hem begeerlijk toe en hij heeft getracht hem na te volgen in het schilderen van oud-Romeinsche paartjes en - marmeren banken.
Op het oog zou men in ‘Liefdesgefluister’ ook een Tadema gaan vermoeden; maar als men een weinig goed toekijkt dan ziet men het verschil wel, want hoe mooi en aantrekkelijk ook het tafereeltje van den Italiaan moge zijn, antiek Romeinsch is het niet. De jonge dame is een zeer moderne salondame, die het bal ontloopen schijnt. Hij ziet er Romeinscher uit zoowel van uiterlijk als van kleeding.
Maar nu wij goed toezien komt er een twijfel bij ons op. Zou het wel de bedoeling zijn geweest van den schilder ons echte, heusche Romeinen voor te stellen, of wel zijn het niet twee gecostumeerden, die zich afgezonderd hebben van het woelige bal, om eens naar hartelust te kunnen keuvelen en fluisteren?
Als dit het geval is, dan slaagde de bedoeling van den kunstenaar uitstekend om ons een Alma Tadema in modern costuum te schenken.