De Huisvriend. Jaargang 1894

Liefde.

Liefde, - bloeme bij 't ontwaken

Van natuur in voorjaarstijd,

Frissche dauw bij 't zonneblaken

In des levens heeten strijd.

Liefde, - macht, die 't al verovert,

Zielenband als van fluweel,

Die op aarde een hemel toovert, -

Reine Liefde zij ons deel!

Liefde weet van vaardig handelen,

Waar de strenge plicht gebiedt;

Leert den rechten weg bewandelen;

Liefde zoekt zich zelve niet!

Nimmer bitter, steeds lankmoedig,

Denkt de Liefde zelfs geen kwaad;

Dienend helpend, gul en goedig,

Staat zij bij met raad en daad.

Hopegevend, levenwekkend,

Zuivere sprank van heilig vuur,

Graag vergevend, schuldbedekkend,

Is zij goddelijk van natuur!

Liefde zal den strijder schragen,

Waar hij koen naar hooger streeft;

Schenkt ons kracht, om kloek te dragen,

Wat ons lot en leven geeft.

[p. 140]

 

Liefde wil met liefde loonen;

 

Zal ons troosten bij gemis.

 

Daar, waar Liefde is, wil Hij wonen,

 

Die de Hoogste Liefde is.

 

 

 

Lieve vrienden! - wat U beide,

 

Zij het voor- of tegenspoed, -

 

Dat de Liefde U geleide

 

Naar het één en eeuwig Goed.

 

 

 

W. FABER.