De kleine tuiniers.
Dat zal me een prachtigen tuin geven, waar zulke ervaren tuiniers zoo druk en ernstig aan het werk zijn! De jongen, die het plantje vasthoudt, is ongetwijfeld de hoofdtuinier, het kleine ventje met zijn zusje, die de aarde loswroeten, zijn trouwe helpers; maar wat zouden hun moeitevolle pogingen tot stand brengen, als kleine Mies niet met haar emmertjes water kwam aandragen om het boompje te besproeien? Het is een geheele laan, die de kleine tuiniers planten; wij twijfelen er hard aan of die boompjes eenmaal zoo groot zullen worden dat zij onder hun schaduw zullen wandelen; in elk geval zij beginnen al vroeg.
Werken op het land is gezond, nuttig en natuurlijk. De oude staatsman Gladstone velt tot uitspanning eiken; waarom zullen die jongens en meisjes dan geen kleine boomen planten? Uit elke aanraking met de frissche, gezonde Moeder-aarde winnen haar kinderen, oude zoogoed als jonge, nieuwe kracht en levenslust.