Melodische klanken.
Wilt ge kinderen een groot plezier doen, maar hun ouders tot wanhoop brengen, geeft hun dan trommen, trompetten, harmonica's, fluiten of hoe die instrumenten meer mogen heeten, ten geschenke!
Dat zal dan een geblaas, een gepiep, een geweld, een lawaai zijn zonder einde! Gelukkig als zij, zooals de kinderen op onze plaat, tenminste een schuur of afgelegen kamer tot concertzaal kiezen; maar het liefst vergasten zij de bewoners van huiskamer of tuin met hun muziek. Het publiek, dat hier de muzikale verrichtingen van het jonge mensch met de trompet aanhoort, schijnt van zijn ‘melodische klanken’ een zeer verschillenden indruk te ontvangen.
Terwijl de eene helft van het auditorium in wanhoop de ooren sluit, luistert de andere er met al haar verstand naar. Zij heeft de handen gevouwen, haar lipjes zijn half geopend, zoo verzonken is zij in het heerlijke spel van haar oudsten broeder.
Wie heeft nu gelijk? Wie de ooren dichtstopt of die ze wijd openhoudt? Zoo gaat het altijd. Er zijn altijd menschen die het gekwaak van den kikvorsch eigenlijk hooger stellen dan den slag van den nachtegaal - maar niet ieder heeft den moed dat te bekennen.