Eerste liefde.
Eerste, heilige moederliefde! Liefde tusschen het zwakke, hulpelooze en de krachtige, levengevende voedende! Welke liefkoozingen kunnen teerder, welke aanhankelijkheid inniger zijn dan die tusschen de moeder en haar kind? Haar kind, dat aan haar het leven en het behoud van dat leven dankt, het kind, dat als bij instinct gevoelt dat het nooit meer reiner, zoeter, inniger liefde zal kennen, dan die welke hem thans in de armen neemt, met kussen en de zoetste naampjes overlaadt.
Wat ook veranderen moge in den loop der tijden, niet die liefde tusschen moeder en kind! Hoe dwaas handelen die vrouwen, welke op hoogen toon strijden voor haar rechten, gelijkheid vragen met den man, en daardoor vergeten dat hun het zoetste, het heiligste recht toekomt, het recht op de eerste liefde van het kind, dat eenmaal mensch zal worden, de eerste, de reinste, de oprechtste, de aanhankelijkste liefde, de eenige liefde, die rechtstreeks van God komt en dus de heilige Liefde, die de Liefde is bij uitnemendheid.