Kunstdiamanten.
Diamant is kolen, dat weet iedereen; al is de diamant ook nog zoo schitterend en glanzend, hij is toch niets dan zuivere, onvermengde kolen van het fijnste soort, maar 't is en blijft kolen. De diamant is kolen die 't ver gebracht heeft; en omgekeerd kolen is een diamant, die ongeluk heeft gekend. In hun samenstelling, hun bestanddeelen zijn beide volmaakt gelijk; het eenige onderscheid is de dichtheid van den steen.
De diamant staat op de hoogste sport van de sociale ladder der steenen. Moeder Natuur heeft zich met hem meer moeite gegeven en hem in haar grooten tooverketel bijzonder sterk gekookt, om hem tot een vaster massa te maken. Zijn dichtheid is 3½, die der allerhardste kolensoort slechts 2. De zaak is dus zeer eenvoudig, men moet de kolen maar genoeg verdikken, dan heeft men diamanten. Maar al had men dit ook uitgemaakt, zoo waren er toch nog geen diamanten. Vele alchimisten en scheikundigen hebben hun uiterste best gedaan langs kunstmatigen weg diamanten voort te brengen; gelukt is het niemand, totdat eindelijk de Parijsche professor in de chemie Moissan, lid van het Institut de France, er in slaagde.
In de laatste zitting van het Instituut heeft Moissan werkelijke kunstdiamanten vertoond, die niet eenige der eigenschappen van echte diamanten bezaten, maar ze werkelijk waren. Professor Moissan liet ijzer en zilver tot de ongehoorde hitte van 3000 graden smelten, en toen lukte het hem door een reusachtigen druk in de holten der gesmolten massa zuivere kolenstof als kleine kolenkristallen tot nederslag te verkrijgen. Zij hadden een dichtheid van 3½, en het voornaamste: zij sneden diamanten. Maar zij waren zwart; wel geleken zij nauwkeurig op de natuurlijke zwarte diamanten en hadden als deze een vetten glans, maar zij bleven toch zwart, dus een dure merkwaardigheid, niets meer.
Prof. Moissan begon zijn werk opnieuw en vond eindelijk bij de zwarte diamanten zuivere witte, doorzichtige, glinsterende kristallen. De alles vermogende kracht, de electriciteit, had hem geholpen. De kunstdiamanten waren er, maar helaas! op de groote vreugde volgde bittere ontgoocheling. De gevonden kunstdiamanten waren slechts onder den microscoop zichtbaar - wogen slechts honderdste deelen van een milligram, en deze vervaardiging had den professor 4000 francs en bijna zijn leven gekost.
De verdienste en roem van den geleerde, die ze vervaardigde, worden er niet door verkleind - maar nog zijn de echte diamanten, die Indië, Brazilië, Afrika leveren, goedkooper, fraaier en grooter. Onze dames moeten zich dus voorloopig nog daarmede tevredenstellen.