De boksende kangoeroe.
De Engelschen, hartstochtelijke liefhebbers van het boksen, hebben dolle pret gehad met een kangoeroe, die in dit soort van sport zeer sterk was, gedurende eenige weken voorstellingen gaf in het Aquarium van Londen, maar kort daarna gestorven moet zijn.
De directeur van het nieuwe Circus in Parijs heeft zich afgevraagd of deze vechtersbaas eenig was in zijn soort, en nadat hij met eenige van deze heeren derzelfde familie, die Europa bewonen, had kennis gemaakt, ontmoette hij er zekeren Master Jack, die alle vereischten bezat voor deze lichaamsoefening: lichaamshoogte, kracht van spieren en pooten, vlugheid van beweging enz. Daarom noodigde hij hem er zijn niet minder dan vier mannen toe noodig om hem deze operatie te laten ondergaan, hetgeen wel voor zijn spierkracht pleit.
Zoodra hij tegenover zijn aanvaller staat, richt hij zich op zijn achterpooten omhoog, en steunende op zijn kolossalen staart, deelt hij zulke flinke schoppen uit, dat Williams dikwijls den aftocht moet blazen.
In zijn huiselijk leven is mijnheer Jack vriendelijk en zacht; hij zou zich zelfs gaarne laten liefkoozen, maar niemand voelt hier groote roeping toe, daar hij door de natuur bedeeld is met flinke klauwen, waarmede hij zonder moeite een hand zou kunnen openrijten, die 't hem lastig maakt. Met een goed gemikten slag zou hij een mensch gemakkelijk een been breken.
Williams moet dus in dezen strijd op zijn hoede wezen; hij heeft hier wel zijn portuur gevonden.