nog het eenmaal zoo beroemde Broek in Waterland en het oude Monnikendam.
Reeds uit de verte ziet men de torens van Edam als uit een dicht bosch omhoogsteken; van nabij gezien is dit bosch niet anders dan de boomen, die op de oude wallen der voormalige vesting geplant zijn. De doodschheid en stilte komen den tramreizigers uit Edam reeds spoedig tegemoet; en men heeft moeite te gelooven aan het reisverhaal van een Italiaan, die klaagt over het verbazende gewoel dat èn de stad èn haar scheepswerven vervulde, toen hij haar in de 17de eeuw eens bezocht.
Thans groeit het gras in de schier uitgestorven straten; oude geveltjes staan boven nieuwerwetsche winkelramen, met allerlei moderne waren en de gebruikelijke reclame-prenten er achter.
Overigens vindt men in Edam veel Amsterdamsche dingen terug, maar in miniatuur; men heeft er een Dam, een Keizersgracht, een Prinsenstraat, maar meer nog dan in Amsterdam heeft men er een stadhuis, dat werkelijk voor stadhuis dienst doet en allerlei merkwaardigheden herbergt, die vooral de Engelsche bezoekers van het stadje bijzonder interesseeren.
Men heeft er het portret van een burgemeester, Pieter Derckz, wiens baard tweemaal zoo lang was als zijn eigen achtbaar persoon, verder afbeeldsels van den dikken kastelein Jan Claesz. Claes, die 435 pond woog, en van de reuzin Trijntje Kever, die op twintigjarigen leeftijd reeds 4.45 el lang was. Wie weet hoe lang de veel belovende juffer geworden was, had zij tijd van leven gehad en de dood haar niet op dien aanvalligen leeftijd weggemaaid. Ook haar muiltjes bewaart Edam nog als een kostbaren schat, hoewel deze anders nog nut hadden kunnen doen als vioolkist, waarvoor zij niets te klein zouden blijken.
Een andere schilderij stelt den reeder Thijssen Osterlin, zijn dochter en schoonzoon voor, met de 92 schepen, welke hij haar tot huwelijksgift meegaf en die allen op de Edamsche werven gebouwd werden.
De Edamsche kerk is vrij nieuw, daar de vorige bij een der branden, die herhaaldelijk het stadje teisterden, in asch opging; deze kerk is vooral bekend om het vermaarde schilderstuk van Bosboom, dat een eereplaats onder ‘zijn’ kerken inneemt.
Maar het belangrijkste van Edam, dat is zijn Volendam; wat Scheveningen is voor Den Haag, dat is Volendam voor Edam, met dit onderscheid alleen, dat Volendam nu juist geen badplaats is, maar daarom juist hondermaal karakteristieker dan de modieuze mededingster van Ostende, Trouville enz.
Volendam kan op drie manieren van uit Edam bereikt worden; ten eerste te voet langs een wegje tusschen de weiden en tusschen het water, rijk aan vonders en bruggetjes, ten tweede over een zoogenaamden rijweg langs de Zuiderzee en eindelijk te water in een allerdolst vervoermiddel, dat er uitziet als een zeilboot met een kermiswagen er op, en dat den dienst doet van varende omnibus. Deze gelegenheid is zeker wel de eigenaardigste, en de vreemdelingen maken er dan ook met geestdrift en ijver gebruik van. Maar de Hollander, die een paar uren stijf en pal in de stoomtram gezeten heeft, vindt het niet onaardig nu zijn beenen wat vrijheid te gunnen en kiest het door de weiden kronkelende pad; voor hem is 't te hopen dat de zon niet al te brandend heet of de wind al te hevig is, want de weg is zonder eenige schaduw en nergens beschut.
De weg is een half uur lang, een flink half uur. Volendam speelt de coquette; telkens schijnt ze heel dicht bij, vlak bij den weg, men denkt er te zijn, maar jawel! daar gaat de weg weer krom, de vaart doet de kromming mee en zij lijkt verder dan ooit van ons af. Maar aan alles komt een einde! Daar is men op den dijk, aan welks beide kanten de huizen van Volendam zich zoo goed en zoo kwaad als het ging, gegroepeerd hebben. Men zou een buitenlander willen zijn om onvoorbereid de impressie te ontvangen van dit wonderlijke, eigenaardige dorp. Die dijk is de hoofdstraat, links staan de huizen, dicht aan mekaar gedrukt en alleen door trapjes te bereiken met smalle stegen en sloppen daartusschen; rechts gaat het nog vreemder toe, daar staan de huizen op palen en door bruggetjes komt men er binnen, bij hoog water stroomt de zee onder den vloer.
Hoe kwam men op het denkbeeld, terwijl de aarde zoo groot is en er nog zooveel land onbebouwd blijft, daar aan het uiterste zelfkantje van het land, zoogoed haast als in zee, huizen te bouwen en er in te wonen, en prettig te wonen ook, want waarlijk, van binnen zien de huisjes er gezellig en aanlokkelijk uit.
Het glimt er van zindelijkheid, hoe kan 't ook anders in Noord-Holland? De grond is bedekt met glinsterend gewreven matten, de muren met kleurige prenten, oude borden; dan vindt men er nog menig mooi, ouderwetsch stuk onder de kasten, stoelen, tafels, stoven.
Van buiten zijn de huizen ook bont geverfd; het blauw domineert echter, ook in de bruggen en hekken. Een andere eigenaardigheid van Volendam is zijn godsdienst, terwijl alles in den omtrek overwegend protestant is, bleef Volendam katholiek; in de huizen ziet men godsdienstige platen, portretten van den Paus, kruisbeelden, Maria- en andere heiligenbeeldjes, misschien meer dan in Limburg en Noord-Brabant, evenveel tenminste als in Tyrol of Hoog-Beieren.
Van den kerktoren klept driemaal per dag de Angelus en de heer Vos gaf ons in zijn welgeslaagde schilderij den indruk weer, dien het luiden der klokken in een visschersgezin maakt. Tevens hebben wij hierdoor gelegenheid de inwendige inrichting van een dezer huizen te zien. Het is een tooneeltje vol vrede en godsvrucht; de moeder, die aan het aardappelenschillen is, laat haar mes rusten en vouwt de handen; het kleine ventje houdt op met spelen en buigt het kopje, ook de dochter des huizes blijft verrast in haar huishoudelijk werk staan en bidt den ‘Engel des Heeren’. 't Is de Angelus niet van Millet, maar dezelfde geest van diep geloof, van verheffing der ziel naar omhoog boven de aardsche gedachten en stoffelijke belangen spreekt er uit.
Een andere gravure vertoont ons een breiles; een oude visschersvrouw leert een opgeschoten meisje de moeielijke kunst van een hak in de kous zetten, terwijl een kopje koffie, dat op tafel staat, meesteres en leerling een welkome versnapering bereidt.