De kroonprinses van Rumenië.
Daar was eens een jonge prins, die door zijn oom, een kinderloozen koning, als zoon aangenomen werd; de jonge prins kwam
maria van edinburg, kroonprinses van rumenië.
aan het hof van dien oom en werd door zijn tante met moederlijke teederheid ontvangen. De tante was een dichteres; zij had zoovele fraaie romans, mooie gedichten en drama's geschreven, dat haar nu de lust bekroop eens een blijeindend tooneelspel in werkelijkheid te laten opvoeren; de hoofdpersonen in dat stuk moesten zijn haar neef en een harer hofdames, die 't best met haar kon mededichten en mededwepen. De jonge prins, verblind door de kroon hem beloofd, gevleid door de liefkoozingen van zijn tante, gestreeld door de vereering der hofdame, was dadelijk bereid de hem toegedachte rol te spelen; het spel begon. Zoo'n lief, aardig herdersdicht! Dat de dame niet mooi was, geducht bij de hand en eenige jaren ouder dan de
jenne amoureux, hinderde niet. Alles ging eerst heel goed en de koningin, wier sneeuwwitte haren haar verboden een andere rol dan die van
mère noble te spelen, zag met vreugde het spel voortgang maken. Zoo'n mooieroman, zoo'n pakkend drama, een koningszoon en een herderin, tegen het einde der prozaïsche 19de eeuw, samen den troon beklimmend. Liefde zegevierend over politiek!
Helaas! helaas! in de sprookjes van Moeder de Gans en van Scheherazade kent men geen staatsbelang. Hier echter nam de wreede, barbaarsche politiek maar al te gauw het woord. Zij zag het spelletje aan en duldde het zoolang het spel bleef, maar toen zij merkte dat het ernst werd, toen sprak zij haar woordje mede.
En nu kwamen er tranen en smeekingen en gebeden en voetvallen; de beide dames wrongen de handen, werden ziek, verlieten het land; de prins zwoer zijn herderin trouw, verzekerde bij alles dat zijn liefde hem ging boven zijn kroon. Maar zelfs de koning, die zijn gade lang genoeg in haar onschuldige liefhebberijtjes vrij had gelaten, moest nu, hoe ongaarne misschien ook, haar tegenwerken.
Het heele comedietje viel jammerlijk in duigen, maar misschien zou nu juist het echte, hartverscheurende drama beginnen. Ach neen! de prins ging op reis, en... koos zich een andere bruid, jong, frisch, van hooge, vorstelijke afkomst, met volle goedkeuring van mevrouw Politiek. Ieder vond zijn handelwijze goed, behalve de twee troostelooze vrouwen, die zoo vast op zijn medewerking gerekend hadden om hun tooneelstuk tot een goed einde te brengen.
Dit is het voorspel geweest van het den 10 Januari met zooveel luister in het stamslot der Hohenzollerns te Sigmaringen voltrokken huwelijk van prins Ferdinand van Rumenië en Maria van Edinburg. Heeft de prins hier de rol van slachtoffer gespeeld en hangt zijn hart nog altijd aan de verbannen hofdame Helene Vacaresco, terwijl hij om staatkundige redenen zijn hand gaf aan het Engelsche prinsesje?
Als men een blik werpt op het vriendelijke, lieftallige gezichtje van prinses Marie, vooral zooals zij hier afgebeeld staat in Rumeensch costuum, valt het moeilijk den prins te beklagen.
Al is men prinses, daarom kan men toch wel een lieve, ontwikkelde vrouw zijn, met een beminnend hart. Wie weet hoe verheugd prins Ferdinand zich voelt, dat hij ieder, en misschien ook zichzelf, heeft tevreden gesteld door bijtijds in te zien dat het beter is boeiende drama's op het tooneel toe te juichen dan er zelf een rol in te spelen en daardoor zijn toekomst te bederven. Practische zin gaat tegenwoordig immers boven alles!
Het meest te beklagen is stellig Carmen Sylva, de arme koningin-dichteres. Haar plaats aan het feestmaal bleef ledig, zij was afwezig, naar het heet ‘wegens ziekte’. Zal zij ooit in Rumenië terugkeeren? Of zal zij het van verre geduldig moeten aanzien, dat de jonge, bloeiende prinses daar stormenderhand alle harten van haar toekomstige onderdanen wint, vooral omdat het schilderachtige, nationale costuum zoo goed past bij haar zeventien jaren?