Vriendinnen.
Onder de schilderijen, welke dit jaar in het Salon van het Champ de Mars tentoongesteld waren, trokken weinigen zoozeer de aandacht als het doek van den schilder Prinet, dat hij eenvoudig Vriendinnen betitelde.
Het onderwerp was volstrekt niet romantisch of realistisch, er lag niets excentrieks of gewild eenvoudigs in, het trof noch door al te schrille, noch door al te doffe en verwarde kleuren, die aan een met verf besmeerd palet doen denken, maar het trok het oog van den bezoeker onweerstaanbaar tot zich door de levendigheid en het natuurlijke der voorstelling. Het stelt niets anders voor dan eenige dansende meisjes, een dwarreling van vroolijke figuurtjes, een opstuiven van lichte baljaponnen, een tooneel vol licht en beweging, sterk afstekende met de rustige houding der pianospeelster, die toch niet zoo zeer verzonken is in haar accompagnement om niet een enkelen blik op haar dansende vriendinnen te kunnen werpen. Misschien wacht zij wel met ongeduld het oogenblik af, dat een harer haar komt vervangen en zij op haar beurt mee kan doen in het zoo vroolijke en onschuldige dansvermaak.
De gravure doet alle recht weervaren aan de fraaie teekening, maar kan ons geen denkbeeld geven van de bewonderenswaardige soberheid der kleuren en de meesterlijke behandeling der figuren, waardoor de oorspronkelijke schilderij zich onderscheidt.