Een geheim.
Een geheim!
Wat voor een geheim het wezen kan, dat het vroolijke Sijntje haar niet minder vroolijke vriendin Betje in 't oor fluistert en dat Teun natuurlijk niet hooren mag?
Of hij er nieuwsgierig naar is? 't Lijkt wel of de guit, met zijn pijp in den mond en zijn handen in den zak, heel goed raadt wat daar verhandeld wordt. Ja, natuurlijk, 't is iets over hem; de meisjes zijn ouder dan hij, en 't spreekt van zelf dat Teun's hartsgeheimen niet met háár in betrekking staan.
Toch schijnt het geheimpje vooral Betje belang in te boezemen, zij laat de naald vallen en luistert met half geopende lippen naar hetgeen Sijntje haar verhaalt.
Wat het zijn mag?
Neen, laten wij geen moeite doen het te raden - want 't is een geheim, en een geheim dient men te eerbiedigen, vooral wanneer het van zulke lieve lipjes valt als die onzer schalksche boerinnetjes.