De Huisvriend. Jaargang 1892
(1892)– [tijdschrift] Huisvriend, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdWat een oude courant al zoo te lezen geeft.
| |
[pagina 295]
| |
We zullen nu een blik slaan, door middel der advertentiën, in den maatschappelijken toestand, van voor ongeveer eene eeuw geleden. Voor den geest en 't verstand zorgen de boekverkoopers van Thoir te Leiden, van Gulik, Honkoop, Allart en van Cleef en Hoorn, allen te Amsterdam, en Cornel te Rotterdam. Men hoopte toen reeds op de volgende eeuw. Doch wie zal het fin de siècle der 18e eeuw goed genoemd hebben. Daarom vertaalde de predikant J.W. Bussingh te Amsterdam, de uitzichten in de volgende eeuw, een volksboek, zoowel voor Joden als Christenen, belangrijk om door beide gezindten gelezen te worden. Dat er toen veel haperde, bewijst de uitgave van een Amsterdamsch Prysvraag-boekje, inhoudende verscheidene merkwaardige en zeer belangryke zaken voor 't algemeen ter nuttige beantwoording voorgesteld door A. Trouw. Wanneer die schrijver nu maar ter goeder trouw geschreven heeft, dan kan van zoo'n boekske in waarheid gezegd worden, ‘dat het noodzaaklyk diend geleezen en overwoogen te worden van een ieder ingezeeten van ons Land.’ Practisch was voorzeker ‘het Commercieel en Huishoudelijk dagelyks Zakboek voor het jaar 1798, dienende ter dagelyksche aanteekeningen van alles wat in Beroep of Huishouding, onthouden moet worden,’ enz. Voor slechts 18 stuivers was men klaar, ten minste wanneer de blanco kolom voor de ‘dagelijksche aanteekeningen’ bijgehouden werd en... wat meer zegt, wanneer zij daarna werden uitgevoerd. Reisverhalen werden in de vorige eeuwen druk verkocht, zelfs in kostbare uitgaven, en gelezen ook. Zoo kwam het dan ook, dat de Reize rondom de Waereld door James Cook, met ongemeene fraaije groote kunstplaaten en kaarten, - door de eerste meesters buiten 's Lands gegraveerd, - een buitengewoon debiet had. De romantiek is vertegenwoordigd door Emmelina van Charlotte Smith, 4 deelen, en Emilia de Warmont, drie deelen, met plaaten en muzyk. Dit laatste boek, beleefde toen reeds een tweede druk. Herstel was in vele opzichten de leuze; herstel moest er komen, ook ‘in de Manufacturen’, (hier in de beteekenis van fabrieken van nijverheid), om Neerlands vernieuwde welvaart, daarin te herwinnen. Dat die welvaart op sloffen ging, behoeven we niet nader te verklaren voor hen, die in die 18e eeuw thuis zijn. De makelaars hebben het leeuwendeel in de advertentiën. Zij verkoopen ‘Buenos Airos-huyden, yzerwerk, cabesse zoete en bittere nieuwe Barbaryse amandelen, drooge Virginy tabaks-steelen, een frisse party Manufactuuren, - nu in den zin, zooals wij dat woord tegenwoordig opvatten, - effecten, Barcelona-brandewijn en Kersewater, een inboedel, branderijen, huizen, enz. enz.; elk wat wils. Voor de bezitters van ‘effecten’ worden enkele uitlotingen en het betalen van coupons en dividenden geadverteerd. De staat rekende op vrede, want niet minder dan 61 stukken kanon, 23 000 ruwe kanonkogels, 1600 bommen, 10,000 spiegel- en handgranaten, 238,000 pond ijzer van gesloopte affuiten, 57,050 pond schroot, 2770 snaphanen, en 15,000 vuursteenen, enz. enz., worden ter verkoop aangekondigd, tenzij in die dagen wisseling van wapentuig door nieuwe uitvindingen en verbeteringen noodig was geworden. Ook op dat punt zou er alweer geen nieuws onder de zon zijn, want ook in onze dagen houden die wisselingen niet op. Tot slot een en ander uit het familieleven. De ‘voorspoedige verlossing’, door ‘Gods zegen of genade’ van ‘welgeschapen kinderen’, was toen ook in vollen gang, zoo goed als er sterfgevallen plaats hadden, die door nabestaanden of executeuren worden bekend gemaakt. Meerendeels was men niet gediend van ‘condoleantie-brieven’; trouwens er was in die dagen geen gedwongen frankeering, en de porten waren nog te hoog. Een neef van 71 jaren en 9 maanden sterft ‘aan eene toeneemenden verzwakking’, tot groote..., vul 't woord maar in, zoo ge zelf wilt.... van de erfgenamen; dan nog ‘behaagde het den Almachtigen, onzen bloedverwant, den burger die en die, van ons weg te neemen,’ en een echtgenoot, overstelpt van smart, vond lust om die smart, onder deze woorden te brengen: ‘Het was op gisteren avond ten 6 uuren, dat my de gevoeligste slag mijns levens trof: Mijn waarde en tederbeminnende huisvrouw....., wierd my, na een ziekte van vijf dagen, in den ouderdom van ruim 46 en 1 half jaar, en na eene gezegende Echtverbintenis van bijna 21 en 1 half jaar, door hem, die niet antwoordt van zijne daaden, door den dood ontrukt, en zoo ik op deze gronden vertrouwe, in een beeter leeven overgebragt. Niets kan mij en mijne twee kinderen, in onze zo rechtmatige droefheid troosten, dan alleen de Godsdienst, door Jezus ingesteld. Geeve hier van door deezen kennis aan enz.’ Ik zal er niet te veel van zeggen; we vinden ze nog zoo, dergelijke advertentiën, maar 't doet mij zoo denken aan de kransen van onzen tijd, die onder de uitbetaling van een begrafenisfonds zijn begrepen en weder teruggenomen worden, als zij hebben dienst gedaan bij de ter aarde-bestelling. Wellicht hadden de ‘bidders’, die voor de plechtigheid in die dagen zorg droegen, dergelijke formulieren gereed, die maar behoefden ingevuld te worden. Het vormelijke heeft steeds de zege behaald boven het stille leed, en mogen onze couranten wat minder deftig en statig zijn opgesteld, dan die in den tijd, waaruit ik een courant nam, om mijn lezers te laten medelezen, de menschen zijn dezelfden gebleven. Het is met het menschelijk geslacht als met de portretten van ouden datum. Men knapt ze wat op, men wascht ze af, men zet ze in een andere lijst; niettemin behouden zij de gelijkenis. 's-Gravenhage. |
|