Ongelukstijding.
Zij stond op het balkon van haar paleis, de schoone Ginevra Corsini; zij was twintig jaar, de aangebeden echtgenoot van Luigi Corsini, de moeder zijner twee kinderen; zeker, zij was een gelukkige vrouw: haar man had haar innig lief, zij woonde met hem en haar kinderen bij haar ouders in het voorvaderlijke paleis; haar leven ging kalm, gemakkelijk, misschien wat al te kalm, wat al te gemakkelijk voorbij. Zij was jong en levenslustig, en allen, die haar omringden, waren zoo ernstig, zoo verstandig; haar man in de eerste plaats, die, tien jaar ouder dan zij, al haar grillen inwilligde, maar met een toegevenden, vriendelijken glimlach, alsof zij een ondeugend, onverstandig kind was, niets meer; haar grijze ouders, die zooveel in het leven hadden geleden en nu niets meer daarvan verwachtten dan kalmte en rust; haar oudste broeder, de boezemvriend van Luigi, die haar telkens en telkens deed voelen dat zij zulk een man niet waardig was, en Bianca, haar vriendin, die misschien zich zelf een geschikter vrouw achtte voor Luigi dan de kinderachtige, onbezonnen Ginevra.
De jonge vrouw verveelde zich doodelijk in het groote, sombere paleis. Zij droomde slechts van vroolijke feesten en van schoone cavaliers, die haar omfladderden als vlinders het licht der kaars; muziek, dans, bloemen, zij dorstte er naar; haar hartje bleef onvoldaan, al achtte zij haar man ook zeer hoog, al vertroetelde zij haar kinderen; maar zij was twintig jaar, nog geen zestien toen zij met Luigi in het huwelijk trad. Neen, zij wenschte geen ander levenslot, maar toch een kleine coquette intrigue, in alle eer en deugd natuurlijk, dat gaf een weinig pit aan den zoetigen, flauwen smaak van het dagelijksche leven.
En zoo stond zij op het balkon, schoon als de morgen, met stralende oogen en zonnigen glimlach; een ruiter reed voorbij en groette haar met hoofsche buiging, en toen nog eens en nog eens! Zij las in zijn oogen hoe hij haar bewonderde, hoe hij smachtende blikken wierp op de roos, die op haar boezem prijkte.
Zou zij het doen? Och, wat lag er in? Niets, niets, het was maar een aardigheid! Toen de galante ruiter nog eens voorbij reed, lag de vuurroode roos op den grond voor het balkon, maar de schoone dame was verdwenen.
Hij raapte de bloem op, stak ze op zijn borst, en daar hij jong en ijdel was, beroemde hij er zich in den kring zijner vrienden op, dat de fraaie bloem een geschenk was van de schoone Ginevra Corsini. Dat kwam Luigi ter ooren, en hij vroeg den jongen pocher om rekenschap; en wat er toen volgde?
De familie zat rustig bij elkander in de groote zaal. Bianca en Ginevra's vader speelden een partijtje schaak; de moeder en haar jongste dochter volgden met belangstelling het spel. Ginevra hield zich met een handwerkje bezig, maar haar gedachten vertoefden ver van daar bij den jongen, eleganten cavalier, die - zij had het achter de portière gezien - haar roos zoo vurig aan zijn lippen had gedrukt. Vóor haar op het tapijt speelde haar oudste zoontje Marco; de Calabrische min hield het jongste kind op den schoot.
Daar naderen voetstappen, daar hoort men een verward gefluister en Giulio, haar broeder, komt haastig binnen; hij is doodsbleek, maar zijn oogen staan dreigend; toornig, vol verontwaardiging ziet hij zijn zuster aan, die, van haar zetel opgerezen, door een akelig voorgevoel bevangen wordt.
‘Ginevra, uw wensch is vervuld. Uw leven was te kalm, te eentonig, nu komt er afwisseling; daar wordt uw man binnengebracht, zwaar, misschien doodelijk gewond. Hij heeft uw eer verdedigd tegen den ijdelen, nietswaardigen Paelo Gazzuoli, die zich in het openbaar er op beroemde een roos van u ontvangen te hebben, en met zijn dood die pocherij boette.’
Met een rauwen gil slaat Ginevra de handen voor het gelaat; verwijtend staart Bianca haar aan, ja, zij had het altijd wel vermoed: dat kind zou eens ellende en schande brengen over het hoofd van Luigi. O, hoe heel anders zou zij hem hebben bemind en gewaardeerd!
De vader is opgestaan, de moeder vouwt de handen, en in de aangrenzende kamer nadert de gewonde Luigi, ondersteund door zijn vrienden.
Wat zal het einde wezen? Zal Ginevra aan de lijkbaar van haar echtgenoot in radelooze smart haar